COLUMN – DIEUWERTJE KUIJPERS

Glazen bol

Een veel aangehaalde quote die aan minstens zoveel mensen is toegeschreven – van Nobelprijs winnaar Niels Bohr tot de legendarisch baseball speler Yogi Berra – luidt dat het “lastig is om voorspellingen te maken, zeker over de toekomst”.

Toch wordt dit in de veiligheidssector volop gedaan: als we er vanuit gaan dat meer informatie ook betere besluitvorming oplevert, is het handig als politiek leiders op de hoogte te zijn van ontwikkelingen en mogelijke gebeurtenissen. Geen betere plek dan onder de kerstboom om je in te lezen over de verwachtingen voor 2024.

Toch is de glazen bol van buitenlandse veiligheid niet de meest heldere. Onzekerheid is naast een vast gegeven met enige regelmaat ook de oorzaak van bepaalde (onwenselijke) ontwikkelingen. Inlichtingendiensten en denktanks helpen hier een handje in mee. Op basis van grote hoeveelheden data wordt gepoogd voorspellingen te doen over de waarschijnlijkheid van het ontstaan (maar ook verdwijnen) van conflicten. Hoewel het vaak een bescheiden inzicht geeft, gaan politici en beleidsmedewerkers soms met conclusies aan de haal.  Zo was men lange tijd ervan overtuigt dat democratieën geen oorlog met elkaar voeren (de zogeheten democratic peace theory). Hoewel die correlatie tussen democratische instituties en vrede wel bestond, was de richting van die relatie alles behalve duidelijk. Hebben we in Europa de vrede sinds 1945 te danken aan democratie, of aan de Amerikaanse nucleaire afschrikking en het Marshall plan waardoor Europa het zich kon veroorloven om democratie te accepteren als norm? “In de afwezigheid van veiligheid, hebben staten veel eerder de neiging om gecentraliseerde autoritaire bestuursstructuren toe te passen”, concludeerde politicoloog Mark Pietrzyk.

Daarnaast is er nog iets anders wat het voorspellen van internationale veiligheid een lastige aangelegenheid maakt: het zijn niet altijd kabbelende trends en voorzichtige groei die zorgen voor de grote verschuivingen, maar zeldzame (en heftige) gebeurtenissen. Terreuraanslagen zoals 9/11 of 7 oktober, het (niet) tekenen van akkoorden en het inzetten van staatsgeweld zijn doorgaans geen dagelijkse kost maar hebben wel het meeste effect. Hierdoor zijn er per definitie weinig datapunten om betrouwbare toekomstige verwachtingen op te stoelen. En hoe voorspel je een gebeurtenis die eerder nooit is voorgekomen en je zelf dus ook vooraf geen voorstelling van kunt maken?

Het heeft daarom doorgaans weinig zin om diep in de glazen bol te turen. Zeker, als je lang genoeg naar een dataset staart zal die vanzelf tegen je gaan praten en alles vertellen wat je wilt horen – maar los van de risico’s van schijnzekerheid (omdat we iets in een grafiek kunnen uitdrukken en dus wel objectief moet zijn), moeten we niet vergeten dat buitenlands beleid aan elkaar hangt van een notoir onbetrouwbaar en dus moeilijk te modelleren element: menselijk gedrag. In plaats van nu al te dagdromen over een tweede termijn voor Donald Trump om twee tellen later onszelf te overtuigen dat hiermee een einde aan de NAVO komt en de wereld zoals wij die kennen, is leuk voer voor talkshowtafels – maar geen professioneel kompas om op te varen. Waarom geen neutrale houding aannemen tegenover onzekerheid, in plaats van dat steevast benaderen als iets vervelends wat geëlimineerd dient te worden?

Onzekerheid is immers inherent aan het vak, en het idee dit te kunnen controleren (door 300 scenario’s uit een forecast model te spuwen) is een fata morgana. Bestuurskundige Henry Mintzbergen waarschuwde in zijn boek The Rise and Fall of Strategic Planning voor “Een obsessie met controle (, deze) zorgt voor risico aversie, waardoor mensen terughoudend worden om echt creatieve ideeën en fundamentele veranderingen te overwegen”.

Ruimte geven aan dat laatste, klinkt als een uitstékend voornemen voor 2024.

Dieuwertje Kuijpers (foto: Bianca Toeps)