
De NAVO
“Het Gaullisme klinkt nog altijd door in het Franse buitenlandbeleid”

Dick Zandee van Instituut Clingendael over de Franse rol binnen de NAVO en de toekomstige Europese defensie

Binnen de interviewreeks ‘Europa en de trans-Atlantische relatie in tijden van spanningen’ onderzoekt Kristian van der Bij de rol van de vier Europese grootmachten in een veranderende geopolitieke wereld. In dit interview bespreken we de rol van Frankrijk met Dick Zandee, verbonden aan Instituut Clingendael. Hoe gaat de Franse defensie-industrie Europa helpen zelfstandiger te opereren en is president Macron daadwerkelijk bereid Riga en Vilnius nucleair te verdedigen bij een Russische aanval?
Frankrijk staat bekend om haar vaak afwijkende positie binnen militaire- en politieke samenwerkingen, zoals de NAVO. Zou u hierbij een beeld kunnen schetsen?
“In de jaren zestig zagen we tamelijk dramatische stappen van de Fransen. Ze stapten toen uit de militaire commandostructuur van de NAVO en gingen hun eigen kernwapen ontwikkelen. Er was een zekere ontkoppeling in militaire zin. Een ontkoppeling van de steeds verder groeiende militaire samenwerking binnen het verband van de NAVO. Als je de geschiedenis erop naleest, dan zie je dat met name de Amerikanen en de Britten veel problemen hadden met die afwijkende positie van de Fransen, die erg op hun eigen internationale positie stonden en niet gedomineerd wilden worden door de Angelsaksen. Want voor de Fransen stonden de Britten en Amerikanen natuurlijk als Engelstaligen op één voetstuk. Dit sentiment is vertaald in de politiek van het Gaullisme, genoemd naar president Charles de Gaulle. In het Franse buitenlandbeleid neemt het Europa van staten – l’Europe des États – de centrale plaats in met een vooraanstaande rol voor Frankrijk, onder waarborging van de nationale soevereiniteit. Het Gaullisme klinkt nog altijd door in het Franse beleid, ook al zitten we al decennia na het overlijden van de Gaulle en zijn directe opvolgers.”
“Het wil overigens niet zeggen dat het Franse beleid te bestempelen is als 100% Gaullistisch, zoals dat het was in de jaren zestig. De Fransen hebben onder president Nicolas Sarkozy een behoorlijke ommezwaai gemaakt. Toen is besloten dat Frankrijk weer terugkwam in de militaire organisatie van de NAVO. Dat is tot op de dag van vandaag ongewijzigd gebleven. De Fransen draaien dus volledig mee in de NAVO, maar met één uitzondering. Dat is binnen de nucleaire samenwerking. Ze zitten niet in de ‘Nuclear Planning Group’. Dat heeft te maken met de specifieke status die de Fransen geven aan hun eigen kernwapen.”
Emmanuel Macron heeft aangegeven het gesprek aan te willen gaan over Franse nucleaire bescherming voor de Europese partners. Gaat Frankrijk bij een Russische aanval Riga of Vilnius als laatste troef daadwerkelijk op deze manier beschermen?>
“Recentelijk heeft Macron opnieuw aangeboden met Europese partners het gesprek aan te willen gaan over hoe aan de Franse nucleaire paraplu een meer Europees karakter kan worden gegeven. Daarop is tot nu toe op politiek niveau nauwelijks gereageerd. Achter de schermen wordt er wel degelijk over gesproken in de vorm van expert-consultaties en binnen de wereld van de denktanks. Er zijn belangrijke punten om daarbij op te merken wat wel of niet tot de mogelijkheden hoort. Ten eerste is Macron altijd consistent geweest dat besluiten over de inzet van een Frans kernwapen een Frans besluit zal zijn. Dat is al het eerste probleem, want als je die kernmacht wil uitspreiden met een bredere dekking dan alleen maar het Franse territorium, dan moet er medezeggenschap zijn in de besluitvorming. Het tweede probleem is dat het Franse kernwapen puur gebaseerd is op de filosofie van strategische afschrikking. Dat botst met het idee om die kernmacht meer Europees te maken, want dat vereist ook de aanwezigheid van tactische kernwapens voor de afschrikking waarbij nationale existentie niet direct op het spel staat. Tenslotte hopen de Fransen te voorkomen dat bijvoorbeeld Polen de weg op gaat van een eigen kernwapen, omdat de Pools-Russische verhouding ongelooflijk gespannen is. Het risico van een eventuele escalatie zou vrij groot zijn als Polen een eigen kernwapen heeft. Dat wordt niet nadrukkelijk gezegd natuurlijk, maar het speelt wel degelijk een rol bij het Franse initiatief.”
Hoe ziet u met deze geschiedenis de trans-Atlantische relatie veranderen? Gaat president Emmanuel Macron verhoogd inzetten op Europese strategische autonomie, zonder daarbij de trans-Atlantische koers los te laten, of gaat hij een andere route bewandelen?
“Het Franse beleid kenmerkt zich door een hoge mate van continuïteit, maar in de loop der tijd zijn er ook aanpassingen geweest. Je zou kunnen zeggen dat ze, meer dan in de tijd van de Gaulle, midstream zijn geworden. Dat neemt niet weg, en je hoort dat met name uit het Élysée, dat er altijd een toon is die streeft naar Europese strategische autonomie met een onderbuikgevoel van een zeker antiamerikanisme. Ik zou die term zelf niet snel gebruiken, want ik denk dat het meer een cultureel fenomeen is dan dat het een hard politiek, laat staan militair gegeven is. Uit het Élysée klinkt dit gevoel soms door in de toonzetting van speeches van de president. Maar als je ziet wat de Fransen daadwerkelijk doen en als je ook spreekt met medewerkers van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, dan hoor je een meer genuanceerd verhaal. De Fransen zijn er altijd wanneer nodig, van de NAVO-operaties in de Balkan in de jaren negentig tot ISAF in Afghanistan.”
“Dat neemt niet weg dat de Franse regering zeer pro-Europees is en pleit voor het op eigen benen kunnen staan van Europa. Het formele Franse veiligheidsbeleid blijft ‘liefst met de Amerikanen, maar voorbereid zijn op de situatie zonder steun van de VS’. Uiteindelijk wordt de Franse nationale veiligheid gegarandeerd met de Force de Frappe als ultieme strategische afschrikking. Frankrijk is het enige land in Europa dat een volstrekt zelfstandig kernwapen heeft met eigen beheer van de vereiste technologie. Dit in tegenstelling tot de Britten, die daarvoor volstrekt afhankelijk zijn van de VS.”
Frankrijk heeft meermaals de vorige Duitse regering onder leiding van bondskanselier Olaf Scholz publiekelijk opgeroepen meer te doen voor Oekraïne, zoals het leveren van meer wapens. Toch is het zo dat als je de statistieken erbij pakt, Frankrijk keer op keer onderdoet voor wat de Duitsers aan steun hebben geleverd. Hoe zit dit?
“De Fransen zijn slecht in het publiekelijk naar buiten brengen van wat ze leveren aan Oekraïne. Het kan zijn dat daar meer aan veiligheidsdenken wordt gedaan, zo van ‘we moeten het niet openbaar maken’. Wij gaan daarin als een meer transparant West-Europees land soms wel erg ver in. Het keurig plaatsen van lijstjes met wapenleveranties op websites lezen de Russen ook allemaal. Ik denk dat de Fransen daar anders in staan. Ook de Duitsers vinden dat ze altijd heel transparant moeten zijn. Maar, voor zover het bekend is, leveren de Duitsers aanzienlijk meer militair materieel aan Oekraïne in dan Frankrijk. Daar staat tegenover dat de Fransen een aantal wapens leveren die de Duitsers niet leveren, zoals de SCALP-raket voor de langere afstand. Het verhaal over de Franse bijdrage is dus genuanceerder. Zeer recentelijk is nog een hulppakket van twee miljard afgekondigd door de Fransen.”
Frankrijk wil Europa en daarbij de Europese Unie graag versterken als machtsfactor binnen het geopolitieke speelveld. Nu is het zo dat Frankrijk een sterke defensie-industrie heeft maar tegelijkertijd veel levert aan bijvoorbeeld de Golfstaten en India. Hoe rijmt dit met de boodschap te focussen op de Europese behoeften?
“De Franse wapenindustrie is natuurlijk buitengewoon omvangrijk. De Franse defensie-industrie heeft een hele moeilijke periode gehad na de val van de Berlijnse Muur. De nationale en Europese markt zakte in qua afname:. Deze industrieën hebben het destijds gecompenseerd door hun markt te zoeken buiten Europa. De Fransen zijn er heel succesvol in geworden. Zij hebben veel geleverd aan Golfstaten en aan India. In Frankrijk wordt daarvoor op hoog niveau gelobbyd. Dit is in Nederland ondenkbaar, maar voor de Fransen is dit normaal. Dat heeft mede te maken met het feit dat een aantal van die bedrijven in Frankrijk nog deels in staatsbezit zijn. Ook dit past weer in het concept van het strategisch autonoom kunnen handelen.”
Photo sources: Flickr.