ATLANTISCH PERSPECTIEF

Wat staat ons te wachten?

Jaap Verheul

De presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten markeerden een uniek moment in de Amerikaanse geschiedenis, met twee kandidaten die elk op hun eigen manier de gevestigde politieke orde uitdaagden, schrijft Jaap Verheul. Wat maakte de campagnes van zowel Harris als Trump historisch en wat kunnen we van de laatste verwachten, onder meer op het gebied van de Amerikaanse buitenlandse politiek?

De campagne van Kamala Harris was in drie opzichten uniek en historisch. Allereerst is ze de eerste vrouw, de eerste zwarte Amerikaan en de eerste Aziatische Amerikaan in de geschiedenis van de Verenigde Staten die tot vicepresident werd verkozen. Als presidentskandidaat oversteeg ze dus twee dimensies van verschil, die van gender en ras. Ze moest daarom de twee barrières van raciale en gendervooroordelen overwinnen. Dat is de “double bind” die vrouwen van kleur vaak ervaren.

Ten tweede voerde Harris de kortste en de meest kostbare campagne ooit. In ruim drie maanden tijd gaf ze bijna 2 miljard dollar uit om haar boodschap via de media aan de kiezers over te brengen. Nadat Joe Biden na zijn desastreuze verkiezingsdebat tegen Donald Trump op 27 juni 2024 onder zware druk van zijn partijgenoten en donateurs de strijd opgaf, sloten de Democraten verrassend snel de gelederen achter Harris. Ze had echter maar weinig tijd om uit de schaduwen van het vicepresidentschap te treden. Zoals een campagnemedewerker het beschreef: het was alsof men een vliegtuig moest afbouwen terwijl het al opstijgt. Dat beperkte haar mogelijkheden om haar eigen visie te presenteren en afstand te nemen van Bidens nalatenschap. Ze kon niet overtuigend uitleggen wat ze anders zou doen.

Tenslotte was haar campagne defensief van aard. Ze verdedigde de democratie tegen de autocratische ambities van Trump, die ze een dictator en een fascist noemde, ze verdedigde het recht op abortus, dat door de uitspraak van het Hooggerechtshof in 2022 geen federaal recht meer was en aan de staten werd overgelaten, en ze verdedigde de investeringen die Biden had gedaan in de economie en de verzorgingsstaat. Hierdoor miste de campagne echter volgens velen een samenhangende en inspirerende visie op de toekomst van de Verenigde Staten.

 

Frontale aanval

Ook de campagne van Trump was in drie opzichten historisch. Ten eerste sleurde Trump, als voormalig president die tweemaal een impeachmentprocedure overleefde, een reeks rechtszaken en veroordelingen met zich mee. Hij was al veroordeeld voor een aantal misdaden, waaronder aanranding en smaad, het vervalsen van bedrijfsgegevens om zwijggeld aan een pornoster te verbergen, en het liegen over de waarde van zijn bezittingen. Maar hij werd ook nog vervolgd in vier andere zaken, waaronder het beramen van een complot om de verkiezingsuitslag van 2020 ongedaan te maken en het Capitool te bestormen. Het deerde zijn aanhangers niet, en zijn opstandige mugshot werd zelfs een krachtig campagnesymbool.

Ten tweede opende Trump de frontale aanval op de bevestigde instellingen van de Amerikaanse democratie. Hij bond de strijd aan met het ministerie van Justitie en de FBI en dreigde na zijn overwinning politie en leger in te zetten tegen politieke tegenstanders en demonstranten. Hij beschuldigde de gevestigde media van nepnieuws en zocht zijn toevlucht tot social media en zijn eigen Truth Social mediaplatform. Op die platforms en in zijn campagnespeeches verspreidde hij een lange reeks leugens en complottheorieën. De meest opvallende en schadelijke hiervan was de bewering dat hij de presidentsverkiezingen van 2020 had gewonnen, de Big Lie die door een meerderheid van de Republikeinse kiezers werd omarmd. Nog nooit eerder stonden waarheid en feiten in een Amerikaanse campagne zo openlijk ter discussie. Trump rekende ook af met de Republikeinse partij, die hij zuiverde van tegenstanders en veranderde in een instrument van zijn populistische beweging. Op de laatste Republikeinse conventie was er geen enkele oud-president of partijcoryfee aanwezig.

 

Afrekening met idealen

Ten derde was de campagne van Trump uniek in de manier waarop hij de maatschappelijke onvrede in de Verenigde Staten wist te mobiliseren. Zijn strategie was gericht op de ontevredenheid over twee thema’s: inflatie en immigratie. De campagne draaide om de prijzen aan de pomp en de ogenschijnlijk oncontroleerbare toestroom van vluchtelingen aan de grens met Mexico.

Op een dieper niveau kan Trump’s campagne worden gezien als een afrekening met de idealen van de jaren zestig. De politieke en culturele geschiedenis van de Verenigde Staten kreeg in de jaren zestig een nieuwe richting, die het begin inluidde van identiteitspolitiek en groeiend vertrouwen in de federale overheid. Bewegingen voor burgerrechten, vrouwenrechten, sociale rechtvaardigheid en LGBTQ+-rechten stonden centraal en benadrukten gelijkwaardigheid en diversiteit.

Een van de belangrijkste erfenissen van de jaren zestig was het Great Society-programma van president Lyndon B. Johnson, dat voortbouwde op Roosevelt’s New Deal. Dit programma vergrootte de rol van de federale overheid in sociaal en economisch welzijn via welzijnsprogramma’s, gezondheidszorginitiatieven en armoedebestrijding, en legde de basis voor een Amerikaanse verzorgingsstaat. Obama vergrootte de ambities van de overheid op het gebied van gezondheidszorg met zijn Affordable Care Act en ook Biden wilde Roosevelt overtreffen door grote investeringen in de infrastructuur. Trump daarentegen vertegenwoordigde een tegenbeweging die pleitte voor traditionele gezinswaarden en een kleinere overheid.

 

Amerikaanse rol in de wereld

Hoewel de buitenlandse politiek niet centraal stond in deze presidentsverkiezingen, tekende zich ook op dit gebied een scherpe tegenstelling af tussen Harris en Trump. In zekere zin weerspiegelden de tegengestelde visies op de plaats van de Verenigde Staten in de wereld de binnenlandse culturele oorlog. Harris wilde de buitenlandse politiek van Biden voortzetten die was gebaseerd op de idealen van liberaal internationalisme. Sinds de Tweede Wereldoorlog is dit liberaal internationalisme een essentiële pijler van het Amerikaanse buitenlandse beleid geweest, met als hoogtepunt de naoorlogse allianties en de trans-Atlantische bijdrage aan een liberale wereldorde. Biden benadrukte internationale samenwerking en het belang van sterke banden met trans-Atlantische bondgenoten en de NAVO. Hij voerde een resoluut beleid van steun aan Oekraïne in diens strijd tegen Russische agressie, waarbij hij stelde dat het verdedigen van democratie wereldwijd van cruciaal belang is. Tegelijkertijd bleef hij een vaste bondgenoot van Israël, waarbij hij expliciet het recht van het land erkende om zich te verdedigen tegen bedreigingen. Harris volgde deze lijn grotendeels, maar toonde meer aandacht voor de humanitaire crisis in Gaza, wat haar buitenlands beleid een iets andere nuance gaf.

Trump koos nadrukkelijk voor “America First” en pleitte voor een realistisch isolationisme. Zijn benadering van internationale betrekkingen is transactioneel, waarbij hij bondgenoten vaak beschimpt en autocraten, zoals Vladimir Poetin, omarmt. Hij verklaarde herhaaldelijk dat hij de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur zou kunnen beëindigen en gelooft dat hij in staat is om een geopolitieke oplossing voor het Midden-Oostenconflict af te dwingen. Trump trok de VS in zijn vorige termijn terug uit verschillende belangrijke internationale verdragen, waaronder het klimaatakkoord van Parijs en de nucleaire deal met Iran (JCPOA), als onderdeel van zijn bredere afkeer van multilaterale samenwerking. Bovendien verzet hij zich tegen globalisering en wil hij de Amerikaanse economie versterken door de import te beperken via hoge invoerheffingen, gericht tegen zowel de concurrentie uit China als uit Europa.

 

Sterk mandaat

Harris heeft de Amerikaanse kiezers niet overtuigd. Trump heeft de Amerikaanse verkiezingen met overtuigende overmacht gewonnen. Hij behaalde zowel de meerderheid van de stemmen als de kiesmannen, mede doordat hij alle zeven swing states achter zich kreeg. Hij heeft op bijna alle demografische en geografische fronten winst geboekt, van zwarte mannen en Hispanics tot witte vrouwen in de voorsteden. Ook de Senaat, en waarschijnlijk ook het Huis van Afgevaardigden, zijn naar de Republikeinen gegaan. Dit verschaft Trump een sterk mandaat om zijn beleid uit te voeren.

De overwinning van Trump zal consequenties hebben voor Europa en de trans-Atlantische samenwerking. Dit is een scenario waarmee beleidsmakers in Brussel, Den Haag en andere Europese hoofdsteden al gerekend hebben, hoe verrassend deze verkiezingsoverwinning wellicht ook is. Hoewel Trump notoir onvoorspelbaar is, zijn er drie terreinen waarop deze verkiezing op korte termijn voelbaar kan worden: veiligheid, economie, en de samenhangende dossiers van klimaatbeleid en energietransitie. Allereerst is het Europese veiligheidsbeleid nauw verbonden met de NAVO en het principe van collectieve verdediging. De Verenigde Staten dragen niet alleen aanzienlijk bij aan de NAVO-financiering, maar waarborgen ook de nucleaire afschrikking en leveren geavanceerde technologie voor wapensystemen. Een mogelijke terughoudendheid van Trump om zich volledig in te zetten voor de NAVO zou de Europese veiligheid direct kunnen beïnvloeden en tot meer druk kunnen leiden op Europa om zelf meer verantwoordelijkheid te dragen. Het meest urgente vraagstuk is hierbij uiteraard de steun aan Oekraïne. De liberale wereldorde kan door een Russische overwinning blijvend ondermijnd worden.

Ook is de Europese economie sterk verweven met die van de Verenigde Staten, zowel door handel als door wederzijdse investeringen. Vooral een handelsland als Nederland heeft hierbij een sterke afhankelijkheid opgebouwd. Trumps “America First“-benadering en zijn neiging om handelsconflicten aan te wakkeren kunnen leiden tot handelsbelemmeringen of hogere invoerheffingen, wat de Europese economie nadelig zou kunnen beïnvloeden. Tot slot is er het klimaatbeleid. Dit is weliswaar een wereldwijd gedeelde verantwoordelijkheid, maar de Verenigde Staten spelen hierin een centrale rol. Niet alleen als een van de grootste uitstoters van broeikasgassen, maar ook als voorloper in technologische innovatie voor duurzame energie en de energietransitie. De regering-Biden heeft aanzienlijke investeringen gedaan in groene technologieën en schone energie, maar Trump zal waarschijnlijk terugvallen op een energiebeleid dat meer leunt op fossiele brandstoffen, wat de mondiale klimaatdoelen zou kunnen ondermijnen en spanningen met Europa zou kunnen veroorzaken.

 

Amerikaanse tegenbeweging

Op de langere termijn kunnen ook de gedeelde waarden van democratie, de rechtsstaat en mensenrechten onder druk komen te staan. Na de Tweede Wereldoorlog fungeerden de Verenigde Staten als de drijvende kracht achter een liberale wereldorde, gebaseerd op internationaal recht, vrijheid en economische stabiliteit. Deze orde is verankerd in instellingen zoals de Verenigde Naties en de Wereldhandelsorganisatie. Wanneer de democratische cultuur binnen de Verenigde Staten zelf onder druk komt door de machtsambities van een nieuwe regering, heeft dat ook wereldwijde gevolgen. De VS hebben lange tijd gediend als model voor democratische vernieuwing en vrijheid. Bewegingen zoals de burgerrechtenbeweging en de strijd voor vrouwenrechten inspireerden emancipatiebewegingen in Europa. Omgekeerd zou een Amerikaanse tegenbeweging die gericht is tegen de liberale verworvenheden, populistische en nationalistische bewegingen in Europa nieuw momentum kunnen geven.

Europese landen kunnen hierop reageren door een diplomatieke en proactieve strategie te ontwikkelen die begrip toont voor Amerikaanse zorgen, maar tegelijkertijd standvastig de eigen belangen en waarden blijft verdedigen. Gelijkwaardigheid moet afhankelijkheid vervangen. Dit vereist een voortdurende dialoog met Amerikaanse gesprekspartners, zowel binnen de nieuwe regering-Trump als bij andere invloedrijke krachten in Washington, en breder binnen de Amerikaanse samenleving. Door Trumps verwachte aanval op de federale overheid zullen Amerikaanse staten een grotere rol spelen, wat kansen biedt voor directe samenwerking. Tegelijkertijd moet Europa vasthouden aan een eigen narratief. Nederland kan als trans-Atlantische partner een sleutelrol vervullen in het verdedigen van democratie, vrijheid en mensenrechten tegen autoritaire krachten.

 

Een wedergeboorte van de vrijheid?

De Verenigde Staten lijken momenteel hun kernwaarden en structuren te herzien, waarbij het Trumpisme radicaal afstand neemt van de identiteitspolitiek, overheidsbemoeienis en internationale betrokkenheid die de afgelopen halve eeuw hebben gedomineerd. Hoewel de toekomst moeilijk te voorspellen is, kunnen we wellicht lering trekken uit de vele snelle veranderingen en koerswijzigingen die de Amerikaanse republiek in het verleden heeft doorgemaakt. Sommigen vergelijken Trump na zijn tweede overwinning met Franklin Delano Roosevelt, die zo populair was dat hij drie keer herkozen is. Door zijn revolutionaire New Deal heeft FDR het Amerikaanse presidentschap en de ambities van de overheid blijvend veranderd. Een andere parallel is Ronald Reagan, die niet alleen het Amerikaanse conservatisme opnieuw definieerde, maar ook een belangrijke rol speelde in de ondergang van de Sovjet-Unie.

Trump zelf vergelijkt zich echter liever met Andrew Jackson, wiens portret hij tijdens zijn eerste termijn prominent in het Oval Office liet ophangen. De overeenkomsten zijn treffend. Ook Jackson was een populistische buitenstaander die een abrupt einde maakte aan de dynastie van elitaire presidenten uit Virginia. Hij had landelijke bekendheid gekregen als generaal en houwdegen die graag duelleerde. Na zijn nederlaag in de verkiezingen van 1824 riep hij luidkeels dat er sprake was van een “Corrupt Bargain” en een gestolen overwinning. Na zijn overwinning vier jaar later brak hij met alle conventies. Hij vulde zijn kabinet met loyalisten die niets te vertellen kregen en gaf ook hoge ambtelijke posten weg aan partijgenoten. Zijn autocratische stijl leverde hem al snel de bijnaam King Andrew I op. Jackson bepleitte een economisch nationalisme en voerde de hoogste importtarieven uit de Amerikaanse geschiedenis in. Zijn meest tragische nalatenschap is echter de gedwongen verdrijving van Indiaanse stammen uit het zuidoosten van de Verenigde Staten naar een desolaat gebied ten westen van de Mississippi. Jackson ging hierbij radicaal in tegen een uitspraak van de Supreme Court. Deze gedwongen mars, die bekend werd de Trail of Tears waarbij naar schatting vijfduizend Cherokee omkwamen, was een dieptepunt in de Amerikaanse geschiedenis.

Toch wordt het presidentschap van Jackson achteraf ook gezien als een wedergeboorte van de Amerikaanse republiek als een breed gedragen, “Jacksoniaanse” democratie. Jackson richtte voor het eerst een georganiseerde politieke partij op, de Democraten, die kiezers mobiliseerde met campagnes, parades, pamfletten en slogans. Zijn tegenstanders, aanvankelijk bekend als de Whigs, vormden de basis van wat later de Republikeinse Partij zou worden. Hiermee kwam het huidige tweepartijensysteem tot stand. Doordat Jackson het stemrecht uitbreidde, werd de politiek voor het eerst bereikbaar voor een groot segment van bevolking, ook al bleef dat privilege voorbehouden aan witte mannen. De eeuw van Jackson legde hiermee het fundament voor de huidige Amerikaanse democratie. Wellicht dat ook het lange tijdperk van Trump leidt tot wat Abraham Lincoln een “wedergeboorte van de vrijheid” noemde, een herbezinning de fundamenten van de Verenigde Staten als een land dat zich inzet voor de principes van democratie, gelijkheid en universele vrijheden.

Foto: Wikimedia Commons / Gage Skidmore

Jaap Verheul is bijzonder hoogleraar trans-Atlantische betrekkingen aan de Radboud Universiteit.