ATLANTISCH PERSPECTIEF
Oorlog in nevelen
Hybride conflictvoering en de nationale veiligheid
Hans van der Jagt
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor zogenoemde ‘hybride dreigingen.[i] Maar een eenduidige definitie van waar we het bij dit concept over hebben blijkt lastig te geven. Dit artikel doet een poging enige helderheid te verschaffen, zonder daarbij te vervallen in een gordiaanse knoop van militaire concepten.
Van een hybride aanval wordt gesproken als er, terwijl er geen sprake is van een oorlog, niet-militaire en militaire machtsinstrumenten gezamenlijk en over een langere periode worden ingezet als een wapen. denk hierbij aan politieke ondermijning, cyberactiviteiten, desinformatie, economische destabilisatie, financiële malversaties of concrete aanvallen op de vitale infrastructuur. Een belangrijk doel van deze activiteiten is om de veerkracht en weerbaarheid van een samenleving onder druk te zetten, en zo angst en verdeeldheid te veroorzaken?. En een belangrijk onderdeel van hybride conflictvoering is dat er sprake is van een geïntegreerde en georkestreerde aanpak.
Eigenlijk spreken we bij hybride conflictvoering nog niet over ‘oorlog’. De hybride acties worden ondernomen zonder dat de juridische grens tussen oorlog en vrede wordt overgegaan (‘below the threshold’). Feitelijk zijn het aanvallende handelingen in het schemergebied tussen oorlog en vrede – de grijze zone (‘the grey zone’); het is dus eigenlijk een soort oorlog in nevelen gehuld.
Is er sprake van dreigingen?
In Nederland vinden er al langere tijd ondermijnende activiteiten plaats binnen nationale vitale processen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het platleggen van IT-systemen, om hacks bij het waterbeheer, telecommunicatie, energie, de transportsector, drinkwatervoorziening, productie en opslag van chemische en nucleaire goederen, de openbare orde, de financiële sector of democratische processen. Deze dreigingen zijn voor de meeste Nederlanders nauwelijks merkbaar of zichtbaar. Maar soms wel. Zo bleek recent dat de persoonlijke gegevens van politiemedewerkers en rechtbankpersoneel op internet circuleren – inclusief profielfoto’s, huisadressen.
Maar er zijn veel meer kwetsbaarheden denkbaar. De COVID-19 pandemie bracht bijvoorbeeld internationaal een groot tekort aan specifieke medicijnen aan het licht. De Covid-crisis liet dan ook duidelijk zien hoe belangrijk het is om bepaalde medische middelen zelfstandig te kunnen produceren. Het uitblijven van productie en levering van medicijnen kan – in tijden van crises – zelfs een geopolitiek pressiemiddel worden, zo bleek uit de recente autobiografie van toenmalig Brits minister-president Boris Johnson; hij fantaseerde destijds over een eventuele inval in Nederland door Britse special forces om medicijnen te komen innemen.[2]
Ook op andere vlakken wordt naar Nederland gekeken. De microchipindustrie (oftewel de halfgeleiderindustrie) is van groot belang voor de Nederlandse economie. Tegelijkertijd is dit een sector die vol zit met kwetsbaarheden. Er is wereldwijd grote interesse in de technologie van bedrijven als ASML en NXP. Pogingen tot bedrijfsspionage zijn aan de orde van de dag. Ook cyberaanvallen en datalekken komen steeds vaker voor, zo constateerde de Autoriteit Persoonsgegevens in de recente jaarrapportage van datalekken over het jaar 2023. Veel mensen zijn slachtoffer van dataleks. Voor bedrijven zou de digitale veiligheid topprioriteit moeten zijn en aan het begin moeten staan van een gezonde en goede bedrijfsvoering. Maar dat is vaak niet het geval.
Ook dataverbindingen zijn kwetsbaar. Vanwege de gunstige ligging van Nederland worden in ons land grote datacentra gebouwd en is de telecommunicatie van geavanceerd niveau. De grote concentratie van datastromen via netwerken in Nederland maakt tegelijkertijd de Nederlandse telecommunicatie kwetsbaar. Iedere dag hebben telecom- en data-bedrijven te maken met digitale aanvallen. Dat kunnen bijvoorbeeld DDOS-aanvallen zijn of aanvallen via ransomware. Ook klassiekere aanvallen, zoals het afsluiten van stroomtoevoer, telefonie of elektriciteit op lokaal niveau vormen bedreigingen voor de telecomsector.
Voorts zijn ook de onderzeekabels – naast essentieel en zeer nuttig – potentieel kwetsbaar. In opdracht van Nederlandse telecombedrijven en netbeheerders worden er steeds meer kabels aangelegd op de zeebodem, bedoeld voor dataverkeer en windenergie. De onderzeekabels zijn in de huidige geopolitieke constellatie van wereldbelang.
Verder valt te denken aan de financiële sector als een reëel doelwit. De financiële infrastructuur in Europa (en Nederland) kan alleen bestaan bij de gratie van veilige, goed functionerende digitale verbindingen, elektriciteitsleveringen en een veilige infrastructuur. Als bij een grootschalige aanval zowel de elektriciteit als digitale verbindingen worden uitgeschakeld, moeten banken dit kunnen opvangen en het betalingsverkeer ongestoord doorgang kunnen vinden.
’Connect the dots’
En toch, als er een aanval plaatsvindt op bovenstaande sectoren, hoeft dat niet te betekenen dat er sprake is van een hybride aanval. Er is pas sprake van hybride conflictvoering als deze ondermijnende activiteiten over een langere periode plaatsvinden en met elkaar in verband staan. Ze moeten worden ingezet om een betere politiek- en militair-strategische positie te bereiken.
Zowel statelijke als niet-statelijke actoren lijken zich in toenemende mate te bedienen van een veelvoud aan hybride instrumenten. Actoren die zich bezighouden met hybride activiteiten zijn veelal op meerdere fronten actief en plannen bewust verschillende soorten aanvallen. Het is de kunst om de verschillende, vaak langer lopende dreigingen en aanvallen te verbinden met elkaar (‘connect the dots’).[3]
Rusland wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak als voorbeeld genomen. Met name de wijze waarop het lang voordat het Oekraïne op 24 februari 2022 binnenviel, al bezig was met ondermijnende activiteiten. De Oekraïners beschouwden zichzelf zeker al acht jaar in oorlog met Rusland, vanwege de grote cyber- en desinformatiecampagnes in combinatie met fysieke militaire activiteiten.
Een bekend voorbeeld van een hybride dreiging is de Russische spionage van windmolenparken, onderzeese kabels, en gaspijpleidingen op de Noordzee. Uit een internationaal onderzoek, geïnitieerd door onderzoeksjournalisten van het televisieprogramma Pointer, werden de bewegingen van 72 Russische schepen, inclusief duizend morse-berichten en locatiedata, geanalyseerd. De conclusie van Pointer luidde: de Russen brengen de volledige vitale infrastructuur van Nederland in kaart. Ideaal voor sabotageacties of toekomstige aanvallen.[4] En deze Russische dreiging past bij de reeds langdurende agressieve houding van Rusland jegens het Westen.
De Russische militaire doctrine (evenals de Chinese) kent dan ook geen onderscheid tussen conventioneel en niet-conventioneel optreden. Naast de conventionele (en kinetische) inzet, kon volgens deze doctrine ook bewust wordt ingezet op niet-militaire activiteiten zoals de inmenging bij democratische verkiezingen, of het financieren van antidemocratische proxy’s, denk aan….?.
China maakt evenzeer actief gebruik van hybride instrumenten. De Chinese staat zet buiten de grenzen doelbewust en actief psychologische instrumenten en beïnvloeding van de publieke opinie in als middel van conflictvoering.
Ook de Verenigde Staten gebruikt hybride methoden en heeft zich in het verleden meermaals actief betoond op politiek en diplomatiek niveau om (democratisch gekozen?) regeringen te ondermijnen, dictaturen te laten vallen, of landen politiek en economisch onder druk te zetten.
Non-statelijke actoren
Een belangrijk onderdeel van hedendaagse hybride dreigingen zijn de niet-statelijke actoren. Het zijn namelijk lang niet altijd alleen de machthebbers of staten die een hybride aanval inzetten. Zowel statelijke als ook niet-statelijke actoren (terreurgroepen) lijken zich nadrukkelijker te bedienen van het hybride metier.
Aanvallen worden steeds vaker uitgevoerd door terroristische groeperingen of civiele personen, al dan niet ingezet als proxy door een statelijke actor. Dit maakt dat de grijze zone van het hybride conflict sowieso steeds meer in nevelen is gehuld. En de verschillende actoren kunnen tegenwoordig gebruik maken van een veel breder spectrum van middelen dan voorheen. En dat maakt bestrijding van deze aanvallen des te ingewikkelder.
Een voorbeeld van de inzet van non-statelijke actoren die worden ingezet bij een hybride aanval zijn bijvoorbeeld lokale groeperingen die zich bedienen van dual use-technologie waarmee ze eigenhandig nieuw type wapens produceren. treden meedogenloos op, ze vermoorden en onthoofden mensen, ze verkrachten vrouwen en zaaien veel angst – de uitwerking van een aanval in de cognitieve dimensie. Via sociale media lukt het ze veelal om hun perceptie van de strijd (tegen het Westen) tamelijk succesvol voor het voetlicht te brengen. Het veelvoudige gebruik van hybride middelen maakt het voor staten lastig om een duidelijk onderscheid te maken tussen combattant en non-combattant.
Vanwege het feit dat veel hybride aanvallen worden uitgevoerd met gebruik van nieuwe technologieën (die vaak een dual use-karakter hebben) zijn ook de grote multinationale tech-bedrijven, mondiaal opererende bedrijven of invloedrijke individuen, bewust of onbewust, in toenemende mate betrokken bij hedendaagse conflictvoering. Zij zijn enerzijds doelwit, anderzijds worden zij ook als middel ingezet.
De noodzaak van het internationaal recht
Internationaalrechtelijk bezien is het fenomeen hybride dreigingen een ingewikkeld vraagstuk. Wat betekent het non-interventie beginsel in de context van hybride dreigingen? Conventionele oorlogvoering wordt op een bepaalde manier ingekaderd door het internationaal humanitair recht en internationale afspraken die richtlijnen bieden voor het gebruik van geweld, de behandeling van krijgsgevangen en de bescherming van burgers.
Voor hybride dreigingen geldt echter juist dat deze plaatsvinden nog voordat de juridische grens van een gewapend conflict is overschreden. Internationaal humanitair recht is echter niet ontwikkeld met het oog op dit type dreigingen en conflicten. Dat betekent dat ten aanzien van hybride conflictvoering rechtsontwikkeling noodzakelijk is.
Een weerbare samenleving
De complexiteit van hybride dreigingen noodzaakt een proactieve en samenhangende strategie om de nationale weerbaarheid te verhogen. Dit vraagt om gezamenlijke inspanningen van zowel overheid als maatschappij om de fysieke infrastructuur te beveiligen, virtuele aanvallen te bestrijden, en de maatschappelijke weerbaarheid tegen desinformatie en psychologische manipulatie te versterken. De versterking van burgerparticipatie, bijvoorbeeld via burgerberaden, is hierbij essentieel.
Ook zijn investeringen nodig in de beveiliging van vitale infrastructuur, het weerstaan van digitale en cyberaanvallen, het vergroten van het maatschappelijk veiligheidsbewustzijn en het bevorderen van zowel nationale als internationale samenwerking voor een proactieve en goed gecoördineerde verdediging. Dit moet samenvallen met een schaalbare krijgsmacht die gereed is voor een toekomstig conflict.
[1] Dit artikel is een verkorte en bewerkte weergave van het adviesrapport ‘Hybride dreigingen en maatschappelijke weerbaarheid’, Adviesraad Internationale Vraagstukken, no. 126, 4 juni 2024.
[2] David Milliken, ‘UK ex-PM Boris Johnson says he planned raid Dutch Factory to get Covid vaccines’, 28 september 2024. https://www.reuters.com/world/uk/uks-ex-pm-johnson-says-he-planned-raid-dutch-factory-get-covid-vaccines-2024-09-28/
[3] Michael Ruhle en Clare Roberts, ‘Enlarging NATO’s toolbox to counter hybrid threats, NATO Review, 19 maart 2021. https://www.nato.int/docu/review/articles/2021/03/19/enlarging-natos-toolbox-to-counter-hybrid-threats/index.html
[4] ‘Rusland bespioneert systematisch onze wateren’, Pointer, 24 september 2024.
https://pointer.kro-ncrv.nl/rusland-bespioneert-systematisch-onze-wateren
Foto: Shutterstock
Hans van der Jagt is historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van het kolonialisme en de geopolitieke verhoudingen.