VOORWOORD
Mare Liberum
Al in 1609 beschreef Hugo de Groot het belang van een vrije zee om onbelemmerd handel te kunnen drijven. Vandaag de dag is dat belang groter dan ooit.
De Russische inval in Oekraïne, de Chinese maritieme claims in het Verre Oosten, de aanhoudende onrust in het Midden-Oosten, en de bovenmatige belangstelling van Rusland voor infrastructuur op en onder het wateroppervlak, maken dat maritieme operaties weer volop in de belangstelling staan. De gevolgen van een onderbreking van de goederenstroom, de energievoorziening, de aanvoer van versterkingen en communicatie zijn immers groot en potentieel desastreus. Op de langere termijn vormen de potentiele gevolgen van klimaatverandering, met een stijgende zeespiegel, extremer weer, grote vluchtelingenstromen en het schaarser worden van grondstoffen een additionele bedreiging voor het vrije gebruik van de zee.
De zee is groot en valt grotendeels buiten nationale jurisdictie. Ze is essentieel voor de economische verbinding tussen continenten en landen. Daarmee is ze noodzakelijk voor onze welvaart. De zeeën en oceanen verbinden bovendien onze belangrijke bondgenoten en partners die onze waarden delen, waaronder ons geloof in the rule of law. De naamgeving van ons belangrijkste bondgenootschap is dan ook doeltreffend: de North Atlantic Treaty Organisation.
Onze maritieme, en daarmee economische, fysieke en sociale veiligheid begint of stopt echter niet bij de grenzen van het bondgenootschap, de EU of de Noordzee. Handel is wereldwijd en conflicten waar ook ter wereld raken ons en onze bondgenoten. Velen beschouwden Mare Liberum – de vrije zee – na het einde van de Koude Oorlog als vanzelfsprekend. Westerse Sea Power, de verzamelde maritieme macht en capaciteiten, civiel en militair, leken hiervoor garant te staan. De huidige situatie van voortdurende competitie, great power politics, multi-polariteit en terugkerende conflicten, maakt dat we ons geen naïviteit kunnen permitteren. Maritieme macht was, is en blijft nodig om potentiële tegenstanders af te schrikken, onze bevoorrading, handel en communicatie zeker te stellen en ultiem conflicten in ons voordeel te beslechten. Waar dat ter wereld ook nodig is.
Om de belangen van het Koninkrijk en onze bondgenoten te dienen, is de Koninklijke Marine van oudsher wereldwijd inzetbaar. Hierbij dragen vloot en mariniers samen bij aan vrede en veiligheid op en vanuit zee. Dat gebeurt samen met bondgenoten, bijvoorbeeld geïntegreerd met de Belgische marine in de ABN of in samenwerking met de Britten in de UK/NL Amphibious Force. Ook zijn er altijd schepen toegevoegd aan permanente NAVO-eskaders. Zo was recent een fregat actief in het Verre Oosten samen met Britse en Amerikaanse eenheden en waren mariniers actief bij de evacuaties in Soedan. Ook dichter bij huis zijn eenheden gereed voor inzet. Bijvoorbeeld op de Noordzee, waar de marine dagelijks actief is met het zoeken en ruimen van zeemijnen en het doen van hydrografische opnemingen.
Net als 2023 wordt ook 2024 een druk en uitdagend maritiem jaar. Daarin zal de Koninklijke Marine zich wereldwijd inzetten voor het behoud van een Mare Liberum, in ons aller belang.
Vice-admiraal René Tas is Commandant der Zeestrijdkrachten.