IN GESPREK
In het trans-Atlantisch gesprek reageren drie deskundigen vanuit hun eigen expertise op een actuele stelling
“Wat betekent Trump II voor de trans-Atlantische band?”
Kenneth Manusama
“Het dubbeltje in de Amerikaanse verkiezingen is de kant van Donald Trump opgevallen. Zijn nieuwe regering zal in het begin een periode van onzekerheid opleveren voor Amerika’s trans-Atlantische bondgenoten in Europa. Hoewel zijn algemene houding ten opzichte van de NAVO inmiddels wel bekend is, is het slechts afwachten wat die houding concreet zal betekenen voor de solidariteit tussen de VS en Europa. Maar Europa moet geen illusies hebben en denken dat een en ander zal meevallen, zoals het eerder bleek mee te vallen. Trumps eerste verkiezing had al meer bezinning en actie moeten opleveren. De berichten over de eerste relevantie benoemingen zijn daarentegen wel bemoedigend.
Beoogd minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio heeft veel buitenlandervaring en is een meer klassieke Republikein. Mike Waltz, ooit antiterrorisme-adviseur van Dick Cheney, wordt Nationale Veiligheidsadviseur en heeft zich al vanaf het begin van de oorlog in Oekraïne sterk uitgesproken voor strikte handhaving van sancties en ongelimiteerd gebruik van Amerikaanse wapens door Oekraïne. De vraag is of beiden inderdaad Trump kunnen overtuigen van een harde lijn tegen Rusland, daar waar Trumps relatie met Poetin nog steeds met onzekerheid omgeven is. Europa moet zich in ieder geval schrap zetten voor de retoriek van Trump, zich blijven inzetten voor Europese onafhankelijkheid, en leiderschap nemen en tonen ten aanzien van de oorlog in Oekraïne.”
Kimberley Kruijver
“De terugkeer van Donald Trump naar het Witte Huis zal de Europese uitdagingen op het gebied van defensie, internationale handel en klimaatdiscussies intensiveren. Europa werd al geconfronteerd met een dringende noodzaak om zijn defensie-uitgaven te verhogen, vooral na de Russische invasie van Oekraïne in 2022. Onder Trump kan deze druk verder toenemen, vooral omdat zijn “America First”-beleid prioriteit geeft aan Amerikaanse belangen en zich richt op China, waardoor er minder ruimte is voor flexibiliteit op het Europese continent. Trump kan er bij de NAVO-bondgenoten op aandringen om de doelstelling van 2% van het BBP aan defensie-uitgaven te halen of te overschrijden, waardoor de alliantie een nieuwe financiële vorm krijgt.
Sommige Europese landen in de frontlinie die zich zorgen maken over de ambities van Rusland, zouden echter kunnen proberen steun van de VS te krijgen via bilaterale wapendeals, ondanks hun bedenkingen bij de pro-Russische houding van Trump. Landen als Polen, Estland en Letland – die al flinke defensiebudgetten hebben – zouden dergelijke wapendeals als een verzekeringspremie kunnen zien. Hoewel dergelijke deals in het voordeel van Trump zijn, zouden deze de Europese defensiesamenwerking kunnen ondermijnen. Het dreigt de vraag naar Amerikaanse wapens juist flink te vergroten, en daarmee ook de Europese afhankelijkheid van de VS.
Tegelijkertijd roept Trumps benadering van de wereldhandel, zoals een voorgesteld tarief van 10% op alle Amerikaanse import, zorgen op over hogere kosten voor Amerikaanse consumenten en bedrijven en mogelijke vergeldingsmaatregelen van de EU. Zijn voorgestelde tarief van 60% op Chinese goederen kan de spanningen verder doen escaleren en wereldwijde markten en toeleveringsketens beïnvloeden. Deze protectionistische maatregelen kunnen het VK en de EU ertoe aanzetten om hun eigen samenwerking op het gebied van defensie en industrie te verdiepen. De toenemende invloed van Trump onder Europese populistische leiders, die zijn onliberale standpunten over onder andere migratie delen, voegt nog een laag complexiteit toe.
Tenslotte zijn beleidsmakers en klimaatactivisten bezorgd dat Trump de VS opnieuw uit het Akkoord van Parijs zal halen en ook andere klimaatmaatregelen zal ontmantelen. Er is echter hoop dat de groene transitie weerstand kan bieden – al is het maar omdat dit economische voordelen voor de VS kan hebben. Nu Europa wordt geconfronteerd met multidimensionale bedreigingen, is de behoefte aan een samenhangend, eensgezind antwoord groot.”
Paul van Hooft
“De tweede ambtstermijn van Trump voorspelt weinig goeds voor de trans-Atlantische relatie. De aankomende president toonde in zijn eerste ambtstermijn al weinig affiniteit met Europa. En noch Trump, noch vicepresident JD Vance hebben er blijk van gegeven Oekraïne een prioriteit te vinden. Er is geen duidelijk patroon in de afgelopen weken voorgestelde kandidaten voor de belangrijkste defensie, veiligheid, en buitenlands beleid posities, die zowel isolationistische als neoconservatieve elementen laten zien. Een aantal hebben geen of weinig relevante ervaring. De last van Europese veiligheid zal – niet geheel onterecht – verder naar de Europeanen zelf verschuiven, evenals de steun voor het Oekraïense verzet tegen Russische agressie.
Zo goed als zeker is dat de economische en militaire competitie met China de prioriteit zal zijn voor de Trump-regering en voor toekomstige Amerikaanse regeringen. Dat maakten interviews die ik dit voorjaar in Washington hield ook duidelijk. Meer Europese steun in die competitie – hetzij door middel van exportcontroles om Chinese toegang tot technologie te bemoeilijken, hetzij een grotere militaire bijdrage in de Indo-Pacific – is niet onwaarschijnlijk.
De kern van het probleem is dat Europeanen decennia lang hebben geaccepteerd dat Europese veiligheid van de Verenigde Staten afhing. Het stond en staat Amerikaanse kiezers altijd vrij om een voor Europeanen onwelkome keuze te maken. Maar meerdere generaties Europese leiders staarden zich blind op de historische relatie, en zagen niet dat de Verenigde Staten inmiddels veranderde als staat. Nieuwe generaties Amerikaanse beleidsmakers hebben niet dezelfde sentimentele band met Europa die Joe Biden of John McCain wel hadden, of herinneringen aan het einde van Koude Oorlog, de Val van de Muur, en de Duitse hereniging. Dat is 30-35 jaar geleden. Die generatie sterft uit. Ook is Amerikaanse macht tanende, in ieder geval in relatieve zin, door de opkomst van China.
European zullen daarom hun best moeten doen om de NAVO meer Europees en minder afhankelijk van de VS te maken. Dat betekent verregaande investeringen in capaciteiten waar ze nu van de VS afhankelijk zijn, vooral de zogenaamde strategische enablers. Het betekent ook dat de Franse en Britse rol in Europese nucleaire afschrikking herzien en vergroot zal moeten worden, waarschijnlijk met zeer kostbare investeringen in meer conventionele wapens en sneller groeiende defensie-uitgaven. Dat zijn moeilijke en kostbare keuzes. Maar deze generatie Europeanen zal die verantwoordelijkheid op zich moeten nemen.”
Kenneth Manusama is Amerikadeskundige en auteur van ‘Democratie van het Wilde Westen. Recht, racisme en religie: een democratie onder druk’.
Kimberley Kruijver werkt als onderzoeker bij de afdeling Strategic Defence & Security Analysis bij TNO.
Paul van Hooft is hoofdonderzoeker Defensie en Veiligheid bij RAND Europe