IN GESPREK | ATLANTISCH PERSPECTIEF NR. 3 2024
In het trans-Atlantisch gesprek reageren drie deskundigen vanuit hun eigen expertise op een actuele stelling
“Europa heeft voor de Verenigde Staten niet meer het strategische belang dat het ooit had”
Kenneth Manusama
“Het Amerikaanse strategische belang wordt ingegeven door het beeld wat het land nog steeds van zichzelf heeft, namelijk een historisch exceptioneel land met een missie, en natuurlijk de economische machtspositie. Ook over Amerika kan men spreken als de koopman en de dominee. Het leidde tot imperialisme vanaf het einde van de 19e eeuw, en in het begin van de 21e. Echter, het interne verval en de interne strijd in Amerika – mede ten gevolge van dat imperialisme – maakt die missie steeds moeilijker.
De Verenigde Staten, ooit kampioen van de theorie dat vrijhandel – via de Wereld Handelsorganisatie – de democratie naar China zou brengen door interne druk. Maar het is diezelfde vrijhandel en de vrijbuiterij van Chinese (staats)bedrijven, die China tot concurrent en geopolitieke tegenstrever maakte. De door Amerika geachte natuurlijke politieke, economische en militaire dominantie werd uitgedaagd, maar door andere internationale kwesties als terrorisme had Amerika het te laat in de gaten en werd Rusland ‘overgelaten’ aan de Europeaanse bondgenoten. In een poging om China alsnog te kunnen confronteren wordt Europa steeds meer alleen gelaten.
President Barack Obama had veel Europeanen zand in de ogen gestrooid. Zijn presidentschap begon met een mondiale goodwill toer na de Bush jaren, en Europa slaakte een zucht van verlichting. Maar ondertussen ondernam Obama de zogenaamde draai naar Azië, en bleef Europa in dezelfde pacifistische droom hangen. Donald Trump en Vladimir Poetin hebben Europa verder gewaarschuwd.”
Kimberley Kruijver
“Naast een zekere vorm van idealisme, zijn de strategische doelen van de VS toen en nu door de dreigingen van totalitaire staten tijdens de vorige eeuw vormgegeven. De VS zouden er namelijk voor zorgen dat hun democratische en kapitalistische normen en waarden wereldwijd geïntegreerd zouden worden. Ook na het wegvallen van die statelijke dreigingen na de Koude Oorlog zijn de VS doorgegaan met het propaganderen van dit gedachtegoed. De opkomst van andere grootmachten en regionale spelers heeft de geopolitieke dynamiek echter veranderd, waardoor de traditionele Amerikaanse strategie van mondiale superioriteit moeilijker te handhaven is. De VS moeten zich aanpassen aan een meer multipolaire wereld. Dat vraagt om een heroverweging van hun strategische benaderingen.
Allereerst zijn de kosten en de risico’s van Amerikaanse betrokkenheid over de hele wereld aanzienlijk toegenomen. De Amerikaanse strategische focus verschuift van Europa (en Rusland) naar Azië, vooral vanwege de opkomst van China als een belangrijke economische en militaire macht. Zelfs de VS hebben beperkte middelen en daarmee (terecht) moeite om zich gelijktijdig met een leidende rol in conflicten in Azië en Europa te mengen.
Bovendien is er een groeiende terughoudendheid binnen de VS ten aanzien van buitenlandse betrokkenheid, gevoed door de teleurstellende uitkomsten van de oorlogen in Irak en Afghanistan. Door de teloorgang van het Westers internationaal liberalisme en de terugkomst van America First-isolationisme zijn zowel Republikeinen als Democraten steeds voorzichtiger met interventies. Dit beïnvloedt de bereidheid van de VS om substantiële middelen aan Europese veiligheid te besteden.
Ondanks de verschoven strategische veiligheidsprioriteiten van de VS, blijft de economische en algehele strategische waarde van Europa significant. Handelsrelaties en gedeelde waarden vormen de fundamenten voor de trans-Atlantische alliantie. Wel is het noodzaak voor Europese landen om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen veiligheid, door meer te investeren in defensiecapaciteiten en zelfstandiger op te treden waar nodig.”
Paul van Hooft
“Inderdaad, en de belangrijkste reden is de opkomst van China. Daarmee is er voor het eerst sinds de Koude Oorlog een uitdager voor de Amerikaanse hegemonie. In tegenstelling tot de Sovjet-Unie bezit China de economische macht om met de Amerikaanse hegemonie te concurreren.
Washington doet hier niet geheimzinnig over. Het was veelzeggend dat de National Defense Strategy die in maart 2022 uitkwam – vijf weken na het begin van de grootste landoorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog – expliciet maakte dat China de enige uitdager was voor de Verenigde Staten. Rusland werd slechts als een regionale dreiging gepresenteerd.
Biden is de meest trans-Atlantische president sinds het einde van de Koude Oorlog, heeft te maken met een oorlog in Europa, en toch prioriteert hij de Indo-Pacific. De escalatie van de economische oorlogvoering tegen China in 2022 met het aandringen op exportcontroles op halfgeleidertechnologie bij Amerikaanse bondgenoten dreef China en Rusland nog sneller naar elkaar toe.
Ook interviews die ik met (voormalige) beleidsmakers in Washington heb gevoerd geven een duidelijk beeld; de Verenigde Staten hebben alle middelen nodig om China militaire weerstand te bieden. Europa moet niet rekenen op dezelfde steun die het vroeger had.
In die zin zijn de rollen van Europa en Azië uit de Koude Oorlog omgedraaid. Toen was Europa het strijdtoneel én de prijs. De Verenigde Staten konden het zich niet veroorloven dat Europa onder de Sovjet-invloedssfeer zou vallen. Nu zien Amerikaanse beleidsmakers Azië – en de Indo-Pacific – als de regio waar de belangrijkste uitdager voor de Amerikaanse wereldorde bestaat. In de Koude Oorlog vonden de hete oorlogen plaats in Azië, nu wellicht in Europa.
Er zijn nuances. Europa is nog steeds de belangrijkste handels- en investeringspartner voor de Verenigde Staten, ook al zijn veel Amerikaanse politici zich daar niet of nauwelijks van bewust. Europese staten zijn nog steeds de meest betrouwbare partners. De Verenigde Staten willen de NAVO en Europa daarom ook een grotere rol laten spelen in de Indo-Pacific. Gezien de beperkte Europese militaire middelen en de Russische dreiging zou het echter een grote fout zijn om die uit te spreiden over de Euro-Atlantic en Indo-Pacific regio’s. Zeker wanneer Trump – of zo iemand als hij – weer president zou worden, zal Europa voor zijn veiligheid vooral op zichzelf moeten vertrouwen.”

Kenneth Manusama is Amerikadeskundige en auteur van ‘Democratie van het Wilde Westen. Recht, racisme en religie: een democratie onder druk’.

Kimberley Kruijver werkt als onderzoeker bij de afdeling Strategic Defence & Security Analysis bij TNO.

Paul van Hooft is hoofdonderzoeker Defensie en Veiligheid bij RAND Europe