ATLANTISCH PERSPECTIEF
In Gesprek
Stelling: “Het westen moet bereid zijn de eigen normen en waarden opzij te zetten om een betere relatie te bouwen met het Mondiale Zuiden”
Lotte van den Boom – Voorzitter van de Jonge Atlantici
Begin deze maand gaf UK Foreign Secretary David Lammy een speech over de toekomst van het Britse buitenlandbeleid waarin hij de term ‘progressief realisme’ presenteerde. Een aanpak waarin we de wereld accepteren zoals hij is, maar tegelijkertijd werken aan de wereld die we willen bereiken. In de relatie met het Mondiale Zuiden betekent dat meer samenwerking en “no more lectures”. Een wijze houding, niet alleen voor het VK, maar voor het hele Westen.
De huidige multipolaire wereldorde heeft als gevolg dat het Westen een andere aanpak moet nemen in de samenwerking met landen in het Mondiale Zuiden. Laten we wel wezen, de tijd waarin het Westen de wereld naar de eigen standaarden inrichtte is voorbij. In het Mondiale Zuiden profileren landen als China en Rusland zich als alternatieve, minder kritische, partners. Om relevant te blijven voor dit deel van de wereld is het Westen daarom gebaat bij een meer strategische visie. Dit houdt in dat het Westen van haar ivoren toren moet afkomen, deze landen als gelijkwaardige partners moet behandelen en meer begrip moet tonen voor andere culturen. Het Mondiale Zuiden is namelijk geen eenduidige groep landen en het Westen zal per land maatwerk toe moeten passen om de verhoudingen te verbeteren.
Het Westen moet zich dus respectvol opstellen naar het Mondiale Zuiden en af van het belerende vingertje. Dit betekent echter niet dat het westen de eigen normen en waarden geheel opzij hoeft te zetten. Het recente EU-Mercosur-verdrag laat zien dat het één het ander niet uitsluit en dat het Westen ook veel te bieden heeft. Het is in staat een relevante en waardevolle partner te zijn voor het Mondiale Zuiden, als we ons maar progressief en realistisch opstellen.
Paul van Hooft – Hoofdonderzoeker Defensie en Veiligheid bij RAND Europe
Het Westen moet niet de eigen normen en waarden opzij zetten om relaties te bouwen in het Mondiale Zuiden; echter, Nederland en andere Westerse landen moeten wel beseffen dat ze in de komende decennia veel meer hun best moeten doen om relaties op te bouwen in Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Sub Sahara Afrika, en Zuid-Azië en Zuidoost-Azië, op de basis van wederzijdse belangen. Vooral staten in Zuid- en Zuidoost-Azië kunnen in de competitie tussen China en het Westen nog verschillende kanten op gaan.
Decennia zijn staten in die regio’s te veel voor lief genomen. We hebben nog steeds een Eurocentristische kijk op de wereld waar we verwachten dat de wereld naar ons toekomt. Maar de post-Koude Oorlog periode waarin liberaal internationalisme hand-in-hand met Amerikaanse unipolariteit kon zegevieren is definitief voorbij.
Toen hadden staten in het Mondiale Zuiden weinig opties als ze investeringen wilden aantrekken, of in aanmerking wilden komen voor ontwikkelingssamenwerking. Met de opkomst van een assertief China met zelfvertrouwen en een Rusland die scores met het Westen wil vereffenen is dat veranderd.
De interne verdeeldheid in het Westen – tussen staten en in hun samenlevingen – draagt niet bij aan een aantrekkelijk verhaal over Westerse normen en waarden. Veel landen in het mondiale Zuiden hebben echter niet per se sympathie voor Rusland of China, maar zijn op zoek naar manieren om hun eigen structureel zwakkere posities te verbeteren. Ze hebben simpelweg hun eigen problemen en prioriteiten, en het Westen – evenals China en Rusland – is vooral relevant als het beleid heeft dat aansluit op die prioriteiten.
Dit betekent niet dat Westerse normen en waarden niet meer gehanteerd moeten worden – hoewel zij een minder centrale rol zullen spelen – maar dat er meer geïnvesteerd moet worden in diepe kennis over de context in verschillende landen, om beter in te spelen op hun behoeftes. Laat kennisopbouw nu net nog moeilijker zijn geworden met de grootschalige bezuinigingen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ironisch genoeg, hoewel het nu modieus is om diplomatie weg te zetten als idealistische luchtfietserij, is het een van de fundamenten van het effectief behartigen van nationale belangen. In een meer competitieve wereld is dat alleen maar méér nodig, niet minder.
Kenneth Manusama – Amerikadeskundige en auteur van ‘Democratie in het Wilde Westen. Recht, racisme en religie: een democratie onder druk
De relatie met het Mondiale Zuiden moet gezien worden in de context van niet alleen een multipolaire wereld, maar in een wereld waarin twee van de drie economische grootmachten (China, VS) zich niet meer aan de oude regels van globalisering willen houden. Tegelijkertijd hebben ook zij nieuwe afzetmarkten en bronnen voor grondstoffen nodig. Veel regio’s in het Mondiale Zuiden kennen ook acute bestuurlijke en economische instabiliteit die veiligheidsproblemen met zich meebrengen. En deel van deze zorgen komen voort uit klimaatverandering en brengt demografische druk ‘noordwaarts’. Om de groeiende middenklasse in het Mondiale Zuiden te kunnen bedienen, de immigratie te reguleren en de eigen welvaart te kunnen behouden en zelfs te laten groeien, zal het Westen al die problemen moeten adresseren.
Dat betekent dat het exporteren van veiligheid en stabiliteit naar die regio’s van het grootste belang is, maar niet meer door middel van eenzijdige militaire interventies of het opleggen van Westerse veiligheidsnormen. De pendulum heeft gezwaaid van ontwikkelingshulp naar militaire interventie, en moet nu weer terug naar ontwikkelingshulp gekoppeld aan meer gelijkwaardige samenwerking. Zoals meer handel en minder belastingontduiking via belastingverdragen. Meer integratie en minder protectionisme. Ook zal het Westen zal moeten erkennen dat het versterken van lokale veiligheidssystemen, en het ondersteunen van regionale samenwerkingsverbanden prioriteit moeten krijgen boven eenzijdige interventies. Waarden en normen zoals democratie, rechtstaat en mensenrechten zullen niet altijd de boventoon moeten voeren. In plaats van het opleggen van paternalistische of zelfs neokoloniale voorwaarden, moet de nadruk liggen op dialoog en wederzijds begrip. Maar de drie grootmachten – China, VS en Europa – hebben alle drie hun eigen instabiele regio waar ze ‘last’ van hebben. Laat de VS naar het continent Amerika kijken. China naar Azië, en Europa naar het Midden-Oosten en Afrika. Ieder heeft een regio waar de meeste opwaartse druk vandaan komt, maar die ook unieke kansen biedt. Integratie, niet afscherming, is daarbij het doel.
Foto: Shutterstock
Lotte van den Boom is voorzitter van de Jonge Atlantici
Paul van Hooft is hoofdonderzoeker Defensie en Veiligheid bij RAND Europe
Kenneth Manusama is Amerikadeskundige en auteur van ‘Democratie in het Wilde Westen. Recht, racisme en religie: een democratie onder druk