Trumps zegt dat hij Rusland en China uit elkaar wil spelen. Zijn vriendelijkheid richting Moskou doet dan ook enigszins denken aan de Amerikaanse toenadering tot China in de jaren ‘70. Probeert Trump een omgekeerde versie van deze Koude Oorlog-strategie? En zo ja, hoe realistisch is dat?
Een van de opvallendste kenmerken van de buitenlandspolitiek van Donald Trump tot nu toe is de serie openlijke handreikingen richting Rusland. Trump speelde Poetin al in de kaart door te laten weten dat Oekraïne nooit lid van de NAVO mocht worden, noemde het “onrealistisch” dat Oekraïne de door Rusland bezette gebieden terug zou krijgen. Onlangs legde hij vrijwel de hele wereld torenhoge importheffingen op, waarbij Rusland uitgezonderd was. Climax was misschien wel de publieke vernedering van president Zelensky op 28 februari in het Oval Office. Toen maakte Trump aan het Amerikaanse publiek, en aan de rest van de wereld, definitief duidelijk waar hij staat.
Voor de opvallende 180 graden draai van de regering-Trump, weg van Europa en richting Rusland, zijn diverse verklaringen geopperd. Misschien is het een stap-voor-stap strategie, die uiteindelijk resulteert in een alomvattende wapenstilstand later dit jaar. Trump kan dan strijken met de eer en een verkiezingsbelofte waarmaken: “to put an end to endless wars”. Bij een succesvol bestand in Oekraïne kan Trump zichzelf een “dealmaker and a peacemaker” noemen, zoals hij ook veelvuldig deed tijdens zijn verkiezingscampagne en in zijn inaugurele speech. Als daarvoor verregaande concessies aan agressor Rusland nodig zijn dan is dat zo. Een moreel kompas maakt tot nu toe nog geen deel uit van de gereedschapskist van Trump II.
Niet Rusland maar China
Maar wellicht zien we hier een grotere, meer strategische beweging vanuit Washington. Of althans een poging daartoe. Dat heeft alles te maken met China. De regering-Trump is er volstrekt helder over dat China – en niet Rusland – de enige echte ‘systeembedreiging’ vormt voor de VS. In die context wijzen conservatieve commentatoren al langer op het gevaar van het Chinees-Russische ‘no limitspartnerschap’, en de noodzaak om Rusland daaruit ‘los te weken’. De invloedrijke strateeg Edward Luttwak schreef dat Rusland aan China “militaire technologie, goedkope olie, toegang tot de Noordelijke IJszee en een landroute naar West-Europa te bieden heeft.” Ook de Russische afhankelijkheid van China als strategic enabler in de Oekraïne–oorlog is volgens Luttwak reden tot zorg. Hij concludeert optimistisch dat Trump zich – in tegenstelling tot Biden – heel goed realiseert dat in het forceren van een voor Poetin gunstige uitkomst van die oorlog, een kans ligt hem weg te trekken van Beijing. Het uiteindelijke doel is om China, dat verder weinig regionale bondgenoten heeft, verder te isoleren en uiteindelijk te verzwakken.
In een campagne-interview met de radicaal-rechtse commentator Tucker Carlson in oktober 2024 zei Trump hierover dit:
“We are a nation in very serious decline. And look at what these stupid people have done. They [meaning the Biden administration] have allowed Russia, China, Iran, North Korea, and others to get together in a group. This is impossible to think.”
“When I was a young guy, I loved, I always loved the whole thing, the concept of the history, and all of the things that can happen (…).”
“The one thing you never want to happen is you never want Russia and China uniting. We united them, because of the oil. Biden united them. It’s a shame, the stupidity of what they have done.”
“I’m going to have to un-unite them, and I think I can do that, too. I have to un-unite them.”
Als het uiteendrijven van Rusland en China inderdaad het achterliggende doel is, dringt de vraag zich aan hoe realistisch en verstandig dit is.
‘Reverse Kissinger?’
De geschiedenis waaraan Trump in het interview refereert is de Amerikaanse toenadering tot het communistische China, in de vroege jaren ‘70. Een van de architecten van deze strategische beweging was Henry Kissinger, veiligheidsadviseur en later minister van Buitenlandse Zaken van Richard Nixon. Kissinger was een belangrijke drijvende kracht achter de ontspanningspolitiek (détente) tijdens de Koude Oorlog, en een uitgesproken vertegenwoordiger van de ‘realistische school’ in de internationale betrekkingen. Een stroming waarin strategische belangen in besluitvorming doorgaans boven ideologische waarden gaan.
Het doel van détente was het de-escaleren van de spanningen met de Sovjet-Unie (na de hoogopgelopen spanningen tijdens de Cubacrisis) en het beëindigen van de vele proxy-oorlogen, in het bijzonder die in Vietnam. Om de Sovjet-Unie diplomatiek te isoleren en onder druk te zetten mee te werken aan de beëindiging van de Vietnamoorlog, zocht Kissinger in het geheim toenadering toteen andere communistische grootmacht: Het China van Mao Tse-Tung. In juni 1971 reisde Kissinger in het geheim naar China. In februari 1972 oogstte Kissinger succes en bracht Nixon, als eerste Amerikaanse president ooit, een officieel staatsbezoek aan Beijing.
Trump streeft nu mogelijk het omgekeerde na: een toenadering tot Rusland om China te verzwakken.Analisten spreken dan ook van ‘reverse Kissinger’. Het zou zelfs de in 2023 overleden Henry Kissinger zelf zijn geweest die dit idee bij Trump al in diens eerste termijn introduceerde. Hoe realistisch is deze Kissinger-imitatie als geopolitieke strategie?
Verslechterde relatie
Ten eerste moeten we ons realiseren dat de situatie nu onvergelijkbaar is met de situatie begin jaren ’70. Nadat de Chinese communisten in 1949 onder leiding van Mao als overwinnaars uit de bloedige Chinese burgeroorlog waren gekomen, sloten de Sovjet-Unie en de Volksrepubliek in 1950 een ‘vriendschapsverdrag’. Stalin beloofde het straatarme en deels verwoeste China onder andere hulp bij de wederopbouw en militaire bijstand in het geval van een aanval door Japan. Maar na de dood van Stalin in 1953, en de daaropvolgende ideologische de-Stalinisatie dreven de Sovjet-Unie en Chinageleidelijk uit elkaar. Ideologisch, maar ook geopolitiek. Beide landen maakten in de loop van de jaren zestig aanspraak op de dominante positie in Azië. In 1969 vochten de twee communistische grootmachten zelfs een kort grensconflict uit in de Chinese provincie Xingjiang. Datzelfde jaar dreigde de Sovjet-Unie zelfs achter de schermen met een nucleaire aanval op China, waarna de VS aankondigde die te zullen vergelden. Met zijn opening naar China probeerde Kissinger dus niet zozeer China los te weken van de Sovjet-Unie, maar eerder te profiteren van een toch al sterk verslechterderelatie tussen de voormalige communistische rijken.
Lange termijn partnerschap
Het hedendaagse Chinees-Russische ‘no limits’ partnerschap is bovendien van een hele andere orde. China en Rusland delen een belangrijke strategische doelstelling, namelijk het breken van de Amerikaanse wereldhegemonie. Moskou en Beijing zijn beide revanchistische, imperiale machten met territoriale ambities – in Oekraïne en andere voormalige Sovjet-landen respectievelijk in Taiwan. De VS vormden daarvoor de afgelopen decennia de belangrijkste blokkade. Dat maakt het Chinees-Russische partnerschap, waarbij ook Iran en Noord-Korea een rol spelen, vooral een anti-Amerikaanse coalitie. De landen steunen elkaar politiek, militair en economisch in diverse allianties, waaronder de BRICS en de Shanghai Cooperation Organization. Die gedeelde lange-termijn strategische doelen, desteeds hechtere economische relaties en de ideologische overeenkomsten geeft de Chinees-Russische as een sterke basis.
Ook zit het wantrouwen, na decennia van Russisch ressentiment, mislukte toenaderingspogingen en uitbreiding van de NAVO met landen die Rusland als zijn invloedssfeer is blijven zien, nog altijd diep.Veel Amerikaanse kiezers, zowel Democraten als Republikeinen, zien Rusland als een bedreiging en vinden dat Trump’s toenadering tot Moskou nu al te ver gaat. Ook electoraal hoeft Trump dus op weinig steun bij zijn toenaderingspogingen te rekenen. Tenslotte was een groot deel van Kissingerssucces te danken aan zijn heimelijke diplomatie. Dat Trump zijn toenadering tot Moskou in alle openbaarheid doet helpt niet bij het bereiken van een eventueel groter strategisch doel. Vooral voor Rusland biedt Trumps opening enorme kansen op de korte termijn.
Amerika als ‘gewone’ wereldmacht
Trumps voornemen om China en Rusland uit elkaar te spelen heeft dus waarschijnlijk een te beperkte visie en gebrekkige uitvoering om echt succesvol te zijn. Poetin en Xi delen een anti-Amerikaanselange termijn-agenda en Trump heeft Poetin weinig te bieden. Althans: niet in de huidige wereldconstellatie waar Amerika op economisch en militair terrein geen gelijke accepteert. Er is echter een manier waarop Trump Rusland en China wel uit elkaar kan spelen, en bijgevolg China kan verzwakken. Namelijk door de strategische rationale onder hun alliantie weg te nemen. Dat betekent paradoxaal genoeg dat hij Amerika moet reduceren tot een ‘gewone’ grootmacht, dat zijn ‘exceptionalisme’ aflegt en een min of meer gelijkwaardig speelveld met andere grootmachten accepteert.
Om deze nieuwe Amerikaanse rol op het wereldtoneel te vestigen, en dus het Chinees-Russische partnerschap overbodig te maken, komt toch Kissinger weer in beeld. Hiervoor is namelijk een nieuwe vorm van ontspanning – detente – nodig met Poetin en Xi, twee dictators die Trump zegt te respecteren en zelfs ‘vrienden’ noemt. Daarbij horen net als in Kissingers tijd gesprekken bij over bijvoorbeeld het beperken van het aantal kernwapens. Een ander kenmerk is de-escalatie van bestaande conflicten, het erkennen van elkaars bestaansrecht (in de woorden van Kissinger: “There is no alternative to coexistence”) en misschien zelfs elkaars invloedssferen.
Bij het claimen van controle over voor de VS strategisch belangrijke gebieden zoals Groenland, het Panamakanaal en zelfs Canada, lijkt Trump hierop een voorschot te hebben genomen. Door zich zelf expansionistisch op te stellen ondermijnt hij bewust zijn eigen geloofwaardigheid bij het veroordelen van het expansionisme van Rusland en China. Een groter cadeau aan Poetin en Xi is nauwelijks denkbaar. Voor kleine landen als Oekraïne en Taiwan wordt de wereld er flink onveiliger op. En terwijl Washington de militaire samenwerking met Japan, een cruciale partner in de Pacific, onlangs verdiepte, zet het de traditionele en voor de VS belangrijke trans-Atlantische bondgenoten onder ongekende druk. Een van de grote vragen voor Europa wordt dan bij wiens invloedssfeer Trump vindtdat Europa zou moeten horen.
Foto: Flickr