ATLANTISCH PERSPECTIEF

Hoe kijkt Latijns-Amerika naar het Westen?

Latijns-Amerika: een verdeelde en door het Westen vergeten sleutelregio

Boris van der Spek

Latijns-Amerika is een regio met onderling grote culturele en historische overeenkomsten. Tegelijkertijd is het een plek waar economische en politieke belangen met elkaar botsen. Keer op keer blijkt internationale samenwerking tussen Latijns-Amerikaanse landen een struikelblok, te meer vanwege de befaamde ‘pendulumpolitiek’ in de regio: zittende presidenten – dictatoren uitgesloten – vertrekken vrijwel zonder uitzondering na hun termijn. Hierna betreedt regelmatig een ideologisch tegengestelde rivaal de politieke arena en worden eerder ingestelde beleidsmaatregelen ongedaan gemaakt.

Continuïteit van politieke projecten is uitzonderlijk in de regio, en dat maakt verregaande samenwerking voor buitenlandse partners moeilijk: een nieuwe regering kan er op het gebied van mensenrechten, geopolitiek, handel en duurzaamheid hele andere ideeën op nahouden. Latijns-Amerika is de afgelopen jaren daarnaast nog altijd kwetsbaar op gebieden als corruptie, onveiligheid, georganiseerde misdaad en groene groei. De casussen van voorheen veilig gewaande landen als Chili, Costa Rica en Ecuador laten zien dat ook deze landen in relatief korte tijd ten prooi kunnen vallen aan het geweld en het geld van drugskartels en gewapende bendes.

Historisch gezien zijn de banden tussen het Westen en Latijns-Amerika nauw. Waar de economische relaties steeds verder intensiveren, lijkt er vanuit het Westen – waar politieke continuïteit op buitenlandgebied ook niet altijd gegarandeerd is – nog altijd onvoldoende interesse in samenwerking op andere gebieden, zoals veiligheid en politiek. Met name de invloed van de Verenigde Staten in Latijns-Amerika is de afgelopen jaren afgenomen, waar een toenemende rol van China in veel Latijns-Amerikaanse landen tegenover staat. Op economisch en politiek vlak zijn veel van deze landen in de afgelopen decennia uitgegroeid tot spelers van wereldformaat, die door het Westen serieus genomen willen worden. Kijkend naar de afgelopen jaren zijn er enkele thema’s die een grote invloed op die relatie hebben.

 

Van Palestina tot China: Latijns-Amerika drijft steeds verder weg van het Westen

De geschiedenis van Latijns-Amerika begint vóór 1492. Hoewel in veel Latijns-Amerikaanse landen de inheemse rechten verre van gegarandeerd zijn, heerst in vrijwel alle landen het besef dat Westerse landen als Spanje en Portugal, en Nederland en het Verenigd Koninkrijk in mindere mate, verantwoordelijk zijn geweest voor bloederige kolonisaties van de oorspronkelijke bevolking en hun landen. Het zijn thema’s die nog altijd goed scoren, met name onder populistische leiders. Claudia Sheinbaum, de nieuwe president van Mexico, weigerde de Spaanse koning Felipe VI uit te nodigen voor haar inauguratie zolang Spanje geen excuses maakt voor de verovering van het Azteekse rijk in de 16e eeuw. Ook andere vaak linkse leiders in de regio benadrukken nog regelmatig het koloniale verleden van hun land.

Dit verklaart waarom vrijwel alle Latijns-Amerikaanse landen zich het afgelopen jaar fel hebben uitgesproken tegen Westerse landen en hun rol in de genocide in de Palestijnse gebieden: zij herkennen hun eigen koloniale verleden in de Palestijnse zaak. Nadat Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof een zaak aanspande tegen Israël, sloten Colombia, Mexico, Chili en Nicaragua zich daarbij aan. Ook in andere landen met een grote Arabische gemeenschap, zoals El Salvador, Argentinië en Brazilië, was er veel steun voor die zaak.

Het lijkt voor Westerse landen moeilijker te gaan worden om Latijns-Amerikaanse landen aan te spreken op de mensenrechtensituatie. Machtige partnerschappen, zoals de NAVO, hebben historisch gezien desinteresse getoond in de regio, waardoor Latijns-Amerikaanse landen zich op geopolitiek en economisch gebied allang niet meer op het Westen richten. Het resultaat is een groeiende samenwerking met Aziatische landen, met China voorop.

 

De opkomst van BRICS

Op het gebied van economische samenwerking tussen niet-Westerse landen is BRICS een uitstekend voorbeeld. Opkomende economieën die zich afkeren van de Westerse hegemonie, die de Westerse democratische principes niet altijd delen en samen een steeds machtiger blok vormen. Brazilië is een van de leiders in dit blok, en tot het presidentschap van Javier Milei leek ook Argentinië toe te gaan treden. Argentinië is een goed voorbeeld van hoe de eerder genoemde ‘pendulumpolitiek’ in Latijns-Amerika doorwerkt op buitenlandgebied: werd onder de vorige, linkse president Alberto Fernández gewerkt aan toetreding tot de BRICS, zijn er onder de rechtse Milei stappen gemaakt om een partnerschap met de NAVO te sluiten.

Het land dat het voortouw zou moeten nemen in de relatie tussen het Westen en Latijns-Amerika is de Verenigde Staten. De regio die door de VS als achtertuin wordt beschouwd krijgt echter al jarenlang niet de aandacht die het verdient. Joe Biden bezocht Latijns-Amerika voor het eerst in de laatste maanden van zijn presidentschap. De nieuwe president Donald Trump heeft het met name over de regio als het gaat om thema’s als migratie en criminaliteit, en gooit daar dreigementen over invasies van Panama en Mexico bovenop, wat de relatie met de volledige regio onder druk zet.

Dat Latijns-Amerika al jarenlang verder in de armen van China drijft, is absoluut toe te schrijven aan het gebrek aan erkenning en inclusie door Westerse partners, onder meer op geopolitiek gebied. Toch zijn er in die samenwerking tussen de twee machtsblokken ook punten die wél goed gaan.

 

Wat wél goed gaat tussen het Westen en Latijns-Amerika

De toenadering die de NAVO de afgelopen jaren heeft gezocht richting strategische partnerschappen met Colombia, Brazilië en Argentinië zijn positief te noemen. Samenwerking op militair gebied biedt mogelijkheden voor zowel het Westen als Latijns-Amerika, en toont aan dat het Westen de regio niet alleen ziet als een economische partner. Ook Chili en Peru werken op die manier nauw militair samen met onder meer de Verenigde Staten. Het is een grote stap in een relatie tussen twee machtsblokken die integraal en compleet moet zijn.

De Europese Unie richt zich in zijn samenwerking vooralsnog vooral op economische en culturele samenwerking. Voor de EU is duidelijk wat Latijns-Amerika Europa kan bieden op het gebied van voedselzekerheid en handel, terwijl tegelijkertijd wordt gekeken naar wat bereikt kan worden op gebieden als mensenrechten en klimaat. Belangrijk is dat Latijns-Amerikaanse landen ook de kans krijgen een grotere rol te spelen in Europa: samenwerking tussen gelijke partners, en niet een neokoloniale rol. Qua veiligheid zijn de initiatieven tussen de beide blokken, onder meer op het gebied van georganiseerde misdaad, veelbelovend. Tegelijkertijd ontbreekt nog altijd het besef in Europa dat het continent als grote markt voor drugskartels uit Latijns-Amerika meer moet doen om de vraag in eigen huis aan te pakken.

Met bijvoorbeeld het Global Gateway-initiatief van de Europese Unie, waarmee zo’n 300 miljard euro wordt geïnvesteerd in infrastructuur, gezondheidszorg en onderwijs in de regio, wordt effectief tegenwicht geboden aan de invloedssfeer van China. Ook op het gebied van digitale ontwikkeling en cyberveiligheid is er toenemende samenwerking. Vanuit Latijns-Amerika, en met name in de deelnemende landen Brazilië, Uruguay, Paraguay, Bolivia en Argentinië wordt met grote belangstelling gekeken naar wat de Europese Unie besluit aangaande het Mercosur-akkoord. EU-lidstaten en het Europees Parlement moeten nog stemmen over het handelsverdrag, dat niet alleen zou zorgen voor hechtere banden tussen de EU en de deelnemende Latijns-Amerikaanse landen, maar ook Europa een geopolitieke duw in de rug zou geven in een tijd dat de VS zich steeds isolationistischer opstelt.

 

De verschillen tussen Latijns-Amerikaanse landen ten opzichte van het Westen

Latijns-Amerika als één regio beschouwen is nuttig bij analyses, maar alsnog zijn er op politiek en economisch gebied grote verschillen in hoe landen naar het Westen kijken.

Nogmaals: dit zijn momentopnames en kunnen veranderen wanneer in deze landen nieuwe presidenten aan de macht komen. Argentinië is een goed voorbeeld, maar bijvoorbeeld ook Ecuador en Peru zijn voorbeelden waar de machthebbers momenteel veel meer openstaan voor nauwe banden met het Westen dan voorheen. Landen als Chili, Paraguay en Uruguay zijn landen waar jarenlange politieke stabiliteit en het uitblijven van radicalere politieke bewegingen hebben gezorgd voor betrouwbaarheid op het internationale toneel.

Landen als Chili, Peru en Ecuador liggen door hun geografische ligging echter altijd in de invloedssfeer van China en de economische banden met dat land zijn dan ook groot. Dat geldt in mindere mate voor Costa Rica en Panama, die vooral nauwe banden met de Verenigde Staten onderhouden. Dat geldt ook voor Guatemala en Honduras, al zijn dat landen die bestuurd worden door leiders die een minder afwijzende houding jegens China hebben. El Salvador is in Midden-Amerika een van de grote Amerikaanse steunpunten: de rechtse president Nayib Bukele was als een van de weinige wereldleiders uitgenodigd voor de inauguratie van Donald Trump. Voor de EU zorgt de mensenrechtensituatie in El Salvador echter voor terughoudendheid in het aanknopen van nauwe banden.

Zoals eerder geschreven is Brazilië een van de leiders van de BRICS-landen. Onder de huidige president Lula zijn de banden zowel met China en Rusland enerzijds als met de Verenigde Staten anderzijds hecht. Lula is een van de leiders die probeert Latijns-Amerika te verenigen en zijn buitenlandbeleid strookt niet altijd met het Westerse beleid. Zo weigert de Braziliaan de Russische invasie van Oekraïne te veroordelen en wijst hij op klimaatgebied uitvoerig op de verantwoordelijkheid die Westerse landen dienen te nemen voordat ze ontwikkelingslanden op hun uitstoot wijzen. De COP30 in Brazilië wordt wat dat betreft een interessante krachtmeting tussen onder meer Latijns-Amerikaanse landen, Europa en de inmiddels klimaatsceptische VS.

Mexico is vergelijkbaar met Brazilië: een economie van wereldformaat, met van oudsher nauwe banden met het Westen. Tegelijkertijd zijn er op economisch en politiek gebied hechte relaties met onder meer China. Het is een relatie die de komende jaren extra onder druk zal komen te staan, nu een aanzienlijke focus van Trumps buitenlandbeleid gaat over hoe China invloed uitoefent op landen die ook voor de VS van belang zijn. Ook Mexico houdt er een andere visie op na dan veel Westerse landen: sinds de oorlog in Oekraïne is het aantal Russische diplomaten in Mexico juist toegenomen, en een contingent Russische militairen liep mee in de jaarlijkse mars op de Mexicaanse Onafhankelijkheidsdag.

Een ander land dat nauwe banden heeft met onder meer de NAVO en de EU is Colombia. Desondanks is de huidige president Gustavo Petro een uitgesproken linkse leider, die toenadering zoekt tot onder meer Rusland en ook interesse heeft uitgesproken in toetreding tot de BRICS. Landen als Colombia en Brazilië tonen de economische en politieke spagaat van veel Latijns-Amerikaanse landen: ze zijn niet in de positie te kiezen voor óf het Westen óf China, en de relatie van het Westen met Latijns-Amerika dient daarom integraal te zijn, met volledige erkenning van de politieke, economische en culturele kracht van deze regio.

Tegelijkertijd blijft Latijns-Amerika kampen met dissonanten, landen die het democratische pad allang niet meer bewandelen. Bolivia is een land dat kampt met zware politieke instabiliteit, waar China een enorme voet aan de grond heeft gekregen, maar waar het Westen – mogelijk via het Mercosur-verdrag – nog een kans maakt om relaties aan te trekken. De mineralen van het Zuid-Amerikaanse land zijn van grote waarde voor de duurzame transitie van het Westen.

Venezuela, Cuba en Nicaragua zijn de echte buitenbeentjes. Venezuela heeft zich met de frauduleuze herverkiezing van Nicolás Maduro verzekerd van nog eens zes jaar autocratisch bestuur. Het land is afgesloten van de wereldhandel door Amerikaanse sancties, isoleert zich in zijn samenwerking met Rusland, China en Iran en is voor het Westen geenszins een partner. Hetzelfde geldt voor Cuba en Nicaragua, dictaturen waar de regimes een uitgesproken minachting hebben voor democratie en mensenrechten. Over hoe deze landen moeten worden aangepakt verschilt men van mening: veel zal afhangen van de manier waarop Donald Trump zijn buitenlandbeleid zal voeren.

Het Westen, de NAVO, de Europese Unie: het zijn machtsblokken en allianties die zelf al moeite hebben eenheid te bewaren. De politieke verdeeldheid in het Westen is vergelijkbaar met Latijns-Amerika: ieder land moet op een andere manier benaderd worden, maar tegelijkertijd is een integrale aanpak vereist om de banden verder aan te halen. In tijden van geopolitieke spanning zijn economische relaties niet voldoende: hoewel Latijns-Amerikaanse landen vanuit hun eigen positie anders kijken naar het Westen, is een van de absolute kenmerken van de Global South de roep om erkenning, om serieus genomen te willen worden, en gezien te willen worden als leiders op het internationale toneel. In een wereld waar bestaande machtsverhoudingen worden opgeschud, is het geven van ruimte om dergelijk leiderschap te kunnen uitoefenen een van de grootste uitdagingen van het Westen.

Boris van der Spek is journalist in Mexico en Midden-Amerika