ATLANTISCH PERSPECTIEF
“Het mondiale Zuiden beoordeelt de NAVO nog altijd door een koloniale lens”
Interview met Frank Gerits
Maarten Muns
Uit onderzoek van de European Council on Foreign Relations bleek dat in veel landen, onder andere in het mondiale Zuiden, optimisme heerst over de nieuwe regering-Trump en de wereldwijde invloed die dit zal hebben. Dit in scherpe tegenstelling tot Europa, waar juist een diepgeworteld pessimisme de boventoon voert. Franks Gerits, historicus van noord-zuid relaties aan de Universiteit Utrecht, is hierdoor geenszins verrast.
Waarom zijn zoveel mensen wereldwijd zo enthousiast over Trump?
“In veel van de landen uit dit onderzoek heb je een sterke opkomende middenklasse, die na het einde van de Koude Oorlog neoliberale, sterk kapitalistische waarden omarmd hebben. Zij zien Trump als een succesvolle zakenman, en hebben daar respect voor. In veel landen in het mondiale Zuiden, bijvoorbeeld in Kenia waar ik zelf een tijd heb gewoond, is het prosperity gospel nog steeds erg populair; het idee dat economische voorspoed de wil van God is. Dat maakt rolmodellen als Trump populair. Daar komt bij dat Trump duidelijk heeft gemaakt dat hij geen zin heeft in oorlogen. De hoop is dat een einde aan de oorlog in Oekraïne ook het einde betekent van de negatieve effecten daarvan, bijvoorbeeld de hoge graanprijzen. Dus die positieve houding tegenover Trump in veel landen in het mondiale Zuiden is goed te begrijpen.”
In Europa zien veel mensen Trump als een bedreiging voor de liberale, op regels gebaseerde wereldorde. Hoe wordt dit in andere werelddelen gezien?
“Wat we in het Westen de ‘liberale wereldorde’ noemen, en wat we als schendingen daarvan zien, wordt in niet-Westerse landen helemaal niet zo gezien. Landen als Brazilië en Zuid-Afrika waren er snel bij om het Westen hypocriet te noemen in hun verontwaardiging over de brute Russische inval in Oekraïne. De koloniale geschiedenis is in hun ogen één grote schending van de liberale wereldorde. De leiders van vandaag in zowel Afrika als Latijns-Amerika kregen op school de koloniale geschiedenis onderwezen en daarmee de idee dat het Westerse denken, dat wortels in de Verlichting heeft, fundamenteel hypocriet en racistisch is. Dus wat wij de liberale wereldorde noemen is in veel landen in het mondiale Zuiden niet los te zien van het koloniale verleden.”
Ik kan me voorstellen dat de belangen en kenmerken van landen in het mondiale Zuiden nogal uiteenlopen, bijvoorbeeld tussen Afrikaanse landen onderling, of tussen Afrikaanse en Aziatische landen. Doet ‘mondiale Zuiden’ als parapluterm hier wel recht aan?
“Ja ik denk het wel. Natuurlijk zijn er heel veel verschillen tussen landen onderling, maar dat betekent niet dat het idee van een mondiaal Zuiden niet bestaat. Het idee werd in de jaren ‘60 en ‘70 ook naar voren geschoven door auteurs in dat mondiale Zuiden. Het is dus een term die een zekere historische rechtvaardiging heeft. Ook die tweedeling tussen het mondiale Zuiden en Noorden is denk ik goed te onderbouwen. Niet perse geografisch – een land als Australië hoort niet bij het mondiale Zuiden – maar wel als je naar de geschiedenis van het kolonialisme kijkt. Gekoloniseerde, en dus uitgebuite landen liggen in het Zuiden, terwijl koloniserende landen in het Noorden liggen. We moeten dat durven benoemen, en de discussie rond de term niet te moeilijk maken.”
Hoe heeft de dekolonisatiegolf in de jaren na de Tweede Wereldoorlog bijgedragen aan het beeld dat het mondiale Zuiden van Europa heeft?
“De dekolonisatie is daarin heel belangrijk geweest. Door die dekolonisatie ontstonden er in veel voormalige koloniën allerlei nieuwe ideeën over hoe die landen zelfstandig, dus zonder hun voormalige kolonisatoren, hun toekomst op konden bouwen. Opvattingen over bijvoorbeeld panafrikanisme of panarabisme werden na de dekolonisatie een politiek project. Europa werd in die tijd gezien als een mislukt moderniseringsproject: het belooft vooruitgang, maar levert slavernij. Dus antikoloniale leiders wilden dat beter doen dan Europa. In de jaren vijftig en zestig werd de NAVO door veel van hen gezien als een club waar Europeanen en Amerikanen samen allerlei neokoloniale plannen smeedden. Wij zouden zoiets nu een samenzweringstheorie noemen, maar in die jaren werd vrijwel alles wat het Westen deed gezien als pogingen om het koloniale project voort te zetten. Een ontwikkeling als de atoombom werd ook zo gezien: als een poging om de ontwikkeling van Afrika de kop in te drukken. In Afrikaanse bronnen komen dat soort narratieve steeds weer terug.”
“En het interessante is dat de NAVO zich hiervan toen al meer dan bewust was. Het grote probleem met Afrika, zo bleek al uit een onderzoek van een NAVO-werkgroep in de jaren ’50, was niet de aantrekkingskracht van het communisme maar het feit dat het Westen gezien werd als onbetrouwbare kolonisatoren. Toen werd dat afgeschoven op de onderontwikkeldheid van de Afrikanen. En hetzelfde zie je nu min of meer weer. De NATO Parlementary Assembly zag ook wel dat het Westen niet populair is, dat ze weggezet worden als kolonisatoren. Maar hun analyse was dat dit vooral te wijten is aan Russische en Chinese desinformatie. En die zouden we dus moeten tegengaan door het aanbieden van praktische voordelen aan Afrikaanse landen. Maar dat is slechts een deel van het plaatje. Ze begrijpen steeds maar niet dat die pijn van het koloniale verleden nog altijd doorwerkt en dat het Westen zelf een rol heeft te spelen bij het wegnemen ervan.”
Toch is de invloed van met name China in het mondiale Zuiden groot, onder andere door grote Chinese investeringen daar, en neemt die van het Westen af. Wat kunnen we daar tegen doen?
“China investeert via de zogenoemde Nieuwe Zijderoute heel veel in infrastructurele projecten in onder andere Afrikaanse landen, denk aan snelle treinverbindingen, nieuwe wegen en bruggen. Dat zijn praktische voordelen die vooral ten goede komen aan de opkomende middenklasse en waar deze middenklasse bovendien elke dag mee geconfronteerd wordt. Ook de Europese Commissie vindt dat het Westen een dergelijke aanpak zou moeten nastreven, precies om China de wind uit de zeilen te kunnen nemen. Maar als we het alleen zo aanpakken beginnen we als Europeanen al met een 10-0 achterstand. China wordt als communistisch land ook vaak als anti-imperiaal gezien. In het mondiale Zuiden kijkt men altijd door een koloniale lens naar de NAVO en naar de trans-Atlantische band. Daar moeten we begrip voor hebben.”
“In het onderzoek van de European Council on Foreign Relations staat dat Rusland en China door landen in het mondiale Zuiden overwegend als partnerlanden worden gezien. In tegenstelling tot het Westen, waar ze deze landen veel vaker als concurrent of zelfs als vijand zien. Maar ik denk dat hier een deel van het verhaal mist. Zeker in Afrikaanse landen is er namelijk ook altijd veel onvrede over de toenemende Chinese invloed. Regeringen hebben er hun handen vol aan om te zorgen dat burgers de Chinese aanwezigheid blijven accepteren. China en Rusland zijn weliswaar partners van veel landen binnen bijvoorbeeld de BRICS+, maar er is ook een hoop argwaan tegen deze vreemde mogendheden, die hun eigen eten en vaak ook hun eigen arbeiders meebrengen. Ook dat komt voort uit een verleden van kolonialisme en onderdrukking dat deze landen ervaren hebben. Dus het is lastig om een zuivere analyse te maken.”
Wat heeft het Westen concreet te winnen bij betere relaties met het mondiale Zuiden?
“Veel landen weigerden bijvoorbeeld om de Russische inval in Oekraïne te veroordelen. Daardoor kan Rusland met veel landen in het mondiale Zuiden blijven handelen, en zijn ze niet zo geïsoleerd geraakt als het Westen graag had gewild. Veiligheid heeft vandaag de dag een veel bredere, en meer globale definitie gekregen dan het kort na de Koude Oorlog had. Het Westen heeft er daarom heel veel belang bij om het mondiale Zuiden als volwaardige partner te erkennen. Niet alleen op korte termijn om Rusland een hak te kunnen zetten, zoals toch heel erg de focus was van dat NATO Parlementary Assembly rapport, maar ook op de langere termijn. Migratie, mensenhandel en mondiale ongelijkheid blijven in de toekomst bedreigingen vormen. Dat kunnen we alleen samen met landen uit het mondiale Zuiden aanpakken.”
“En daarbij is het denk ik belangrijk om niet te moralistisch uit de hoek te komen. Veel landen waarmee de NAVO samenwerkt, en zelfs landen binnen de NAVO, hebben ook een twijfelachtige reputatie opgebouwd op het gebied van liberale en democratische waarden. Zo bekeken is de aanpak die de Parlementary Assemblyvoorstaat – dus met de focus op praktische voordelen – zo slecht nog niet, want dan hoef je het niet perse te hebben over dat soort waarden. China laat met de Nieuwe Zijderoute in Afrika zien dat een autocratisch model heel aantrekkelijk is. En in Afrika staan veel landen op een kruispunt; gaan we verder op de democratische weg of volgen we het Chinese, meer autocratische voorbeeld? Afrikaanse leiders zijn niet perse antidemocraten maar ze hebben wél te maken met een kleine maar opkomende middenklasse, zeker steden als Accra, Dakar en Nairobi. Deze middenklasse is voor veel leiders de basis van hun macht en moet tevreden blijven. Politiek in Afrika is soms net zoals in Nederland, namelijk schrikbarend korte termijn denken. Ik denk dat dit soort maatschappelijke veranderingen in Afrika in het Westen niet altijd goed begrepen worden. Maar in China wel. Dat maakt het Chinese aanbod van investeringen in infrastructuur voor Afrikaanse leiders aantrekkelijk.”
Photo: Shutterstock.com
![small cut out foto[32]](https://atlantische-commissie-s3-bucket.s3.eu-west-1.amazonaws.com/wp-content/uploads/2025/01/28135605/small-cut-out-foto32.png)
Frank Gerits is universitair docent in de geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij de International Studies Group aan de Universiteit van de Vrijstaat in Bloemfontein, Zuid-Afrika.