ATLANTISCH PERSPECTIEF

Het gevaar van de onbekende en onbenoemde dreiging

Gerben Bakker en Yarin Eski

 

‘De functie […] is niet zozeer om ons iets te vertellen dat we nog niet weten, maar om ons tot op het punt te brengen waarop je niet kunt doen alsof je van niets weet.’  –  Slavoj Zizek in de New York Times, 2 juli 2011.

“What’s in a name?” – met die beroemde vraag wees Shakespeare op het feit dat een naam terloops gekozen lijkt, maar in werkelijkheid een dwingende betekenis kan verbergen. Dit inzicht lijkt ook van toepassing op het idee van hybride dreigingen. De vele wetenschappelijke artikelen die erover verschenen, samen met talloze counterhybride programma’s onderstrepen de onzekerheid die we ervaren in de confrontatie met nieuwe typen conflictvoering. Dit brengt grote risico’s met zich mee. Alleen het antwoord van een ‘weerbare samenleving’ zal niet volstaan.

Het idee van ‘hybride dreiging’ typeert hoe, voornamelijk westerse, samenlevingen strategisch gebruik maken van ambigue risico’s om mensen te overtuigen van gevaar en paraatheid te organiseren. Het contrast is groot met de retoriek van bijvoorbeeld het Russische regime. Dat noemt man en paard en wijst de NAVO aan als dé existentiële dreiging. Het is dreigende, maar ook duidelijke taal. In democratieën lijken we minder concreet te willen zijn. Dat heeft buiten wetenschappelijke ook diplomatieke redenen. Het kan op het internationale toneel namelijk forse consequenties hebben om te wijzen naar Moskou of Beijing. Ook om redenen van bescherming van je inlichtingenpositie kan het onverstandig zijn om daders aan te wijzen.

 

Het meer verkapte begrip van hybride dreigingen helpt om urgentie te creëren. We hebben het vaak over een ‘weerbare samenleving’.[1] Maar, zoals het citaat van Slavoj Zizek hierboven illustreert: de mix van onduidelijkheid en gevaar geeft een gevoel van alertheid zonder dat je echt weet waar je tegenover staat. Deze onzekerheid heeft enkele schaduwzijden die we bespreken: 1) Er zitten bedenkelijke kanten aan om de samenleving te mobiliseren op basis van een diffuus vijandbeeld, 2) op termijn kan het begrip van hybride dreigingen zijn eigen hetze creëren, 3) Vage taal leidt tot vage keuzes: ondanks de alarmerende klank van hybride dreigingen kan zich een excuus vormen om tegelijk alles en niks te doen.

 

Risicodenken

Voordat we deze bezwaren verder bespreken moeten we eerst schetsen hoe het concept past in het soort risicodenken dat goed raad weet met onzekerheid. Het concept van hybride dreigingen begon op te duiken in de jaren 2000. Militaire experts realiseerden zich dat conventionele oorlogsvoering steeds vaker werd afgewisseld met niet-conventionele tactieken. Militaire, economische en politieke domeinen raakten sterk verweven in een geglobaliseerde wereld. Hoogtechnologische, gedigitaliseerde samenlevingen blijken dan eindeloos veel mogelijkheden te bieden voor exploitatie en verstoring. Een van de meest relevante aanpalende ideeën is dat van ‘weaponisation of everything’.[2] Anno nu kan vrijwel alles – van energievoorzieningen tot sociale media en van financiële markten tot publieke opinie – worden ingezet als wapen. Onze toenemende kwetsbaarheid is daarbij een oprecht gegeven. Maar ook is in een onduidelijk dreigingsverhaal potentieel alles te vrezen.

 

Het hybride dreigingsbegrip volgt in dat opzicht de ontwikkeling van een ander begrip dat al bestond in het sociale domein. In de zogenaamde ‘risicosamenleving,’[3] ontstaat een fixatie op risico’s die ontstaan door systemische complexiteit. Deze zijn slecht te determineren maar potentieel overal aanwezig. Grondleggers Giddens en Beck betoogden dat het complexe risico een regulatief principe is. Gealarmeerd door catastrofes willen burgers reflecteren op wat zich nog vaag op de horizon aftekent. De bestuurlijke laag benut die vaagheid door te komen met een beheersingsrespons en deskundigen in stelling te brengen. Oftewel, wezenlijk betwiste concepten[4], waaronder ook ‘hybride dreigingen’, hebben in deze systematiek een functie omdat ze nooit concreter worden. Vergelijk het met motten die naar het licht worden getrokken; hoe meer motten er rond het licht zweven, hoe minder helder het schijnt.[5]

 

Vage vijandbeelden

De niet-concrete en tegelijk gevaarlijke kant van onduidelijke risico’s opent ruimte om ‘iets’ te willen doen als samenleving. Onduidelijke risico’s creëren angst, en deze helpt om interventionisme op stoom te houden. Wanneer deze beelden bewust worden gecreëerd ontstaan onethische implicaties. Verschillende regeringen van de Verenigde Staten weten daar historisch gezien meer van.

 

De niet-concrete en tegelijk gevaarlijke kant van onduidelijke risico’s opent ruimte om ‘iets’ te willen doen als samenleving.

 

De in de jaren zeventig gelekte Pentagon Papers maakten bijvoorbeeld duidelijk dat er een bewuste public relations-strategie bestond om de angst voor de zogenoemde ‘domino-theorie’ (het idee dat als er één land communistisch wordt, anderen zullen volgen) te bestendigen. Men wilde zo draagvlak  genereren voor de Vietnamoorlog. Filosoof Hannah Arendt was een van de belangrijkste critici die deze rechtvaardiging op basis van publieksmisleiding identificeerde. Ze wees op de militaire taakverschuiving die dit betekende: In het Pentagon bloeide een nieuwe ‘intelligence-kaste’ op die zich met behulp van fictie richtte op het manipuleren van sentiment. De Pentagon Papers beschrijven geen eenzaam incident. In de door George W. Bush begonnen War on Terror zagen we vergelijkbare patronen. De Amerikaanse regering blies risico’s op, ondanks twijfelachtige bewijzen. Terrorisme werd gepresenteerd als een alomtegenwoordig gevaar dat de vrijheid van leven direct zou bedreigen. De strijd tegen terrorisme werd een ‘just war’. Dit frame werd versterkt door de messianistische retoriek rondom de ‘As van het Kwaad’ en massavernietigingswapens die in het bezit zouden zijn van terrorisme steunende regimes.

 

Hoewel we moeten waken voor één-op-één vergelijkingen, laat de geschiedenis zien dat de conceptualisering van vage vijandbeelden een krachtig machtsmiddel kan zijn. Bewust of onbewust, ook de notie van hybride dreiging krijgt steeds meer contouren van een diffuus vijandbeeld bedoeld om te mobiliseren. Juist in het ‘post-truth’-tijdperk ontstaat te tendens tot hineininterpretieren. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk op 15 november 2022, toen er in het Poolse Przewodów een raket insloeg nabij de grens met Oekraïne.[6] In eerste instantie werd de aanval gezien als Russisch. Later werd duidelijk dat de raketten waarschijnlijk Oekraïens waren.[7] Een raketinslag is geen hybride incident. Het punt is dat droge feiten sneller meebuigen met het heersende narratief.[8]

 

In veel gevallen blijken hybride dreigingen ‘als-dan-scenario’s’, (het doorknippen van data- en stroomkabels in de Noordzee) of gaat het om sporadische incidenten die zich slecht laten reconstrueren, zoals cyberaanvallen die al dan niet by proxy worden uitgevoerd door hackerscollectieven. Zelfs voor de hacks van BabyTV, waarop enkele minuten Russische militaire propaganda te zien was, valt niet vast te stellen of het ging om een gecoördineerde hybride actie of om een puberale grap.[9] Hoewel we leren de situatie zeer serieus te nemen, blijft de vraag hoe ernstig de dreiging is onbeantwoord. Dit terwijl misinterpretaties tussen nucleaire machten catastrofale gevolgen kunnen hebben.

 

Maatschappelijke fixatie kan naar binnen slaan

Naast de kans op publieke (zelf-)misleiding is er een gerede kans dat het hybride dreigingsframe onze controleblik naar binnen doet slaan in plaats van naar buiten. Dit heeft twee grondoorzaken: 1) Het hybride frame weeft externe en interne actoren in elkaar, waardoor er ruimte ontstaat om dreigingen te verbinden met binnenlandse dynamiek; 2) Hoewel externe actoren kunnen worden aangewezen als dader, zijn de aan het internationaal recht gebonden democratieën beperkt tot defensieve maatregelen. De oplossingsgerichte blik keert daarom sneller naar binnen.

 

De oplossingsgerichte blik keert al snel naar binnen

 

Het hybride dreigingsframe ziet zowel interne als externe subversieve krachten als één continuüm. Zowel statelijke actoren als criminelen of binnenlandse extremisten kunnen dezelfde middelen gebruiken (zoals cyberaanvallen, desinformatiecampagnes of economische sabotage) wanneer hun onderlinge belangen zich met elkaar verenigen. Zo hebben we de gedachte versterkt dat de krachten waar we mee te maken hebben op een vernetwerkte manier te herleiden zijn tot de lange arm van statelijke actoren. Maar de dynamische interactie tussen maatschappelijke groepen en buitenlandse beïnvloeding is niet te reduceren tot een voorstelling van ‘verheven democratie versus kwaadaardige handlangers van Poetin’. In werkelijkheid is helemaal niet te bepalen waar de buitenlandse beïnvloeding eindigt en het broeiende maatschappelijk ongenoegen begint.

 

We riskeren het om maatschappelijke problemen te externaliseren. Dit heeft tot gevolg dat we interne onlusten te weinig begrijpen. We zien deze tendens bijvoorbeeld ontstaan in de beoordeling van het anti-institutionele sentiment in Nederland. Als het over complotten en ‘soevereinen’ gaat, wordt al snel gewezen op het gevaar van desinformatiecampagnes. Maar daarmee geven we onszelf ook een joker om niet teveel te hoeven na te denken over hoe tendensen van verrechtsing en wantrouwen op eigen kracht troost en support vinden in autocratisch leiders en complotten over de ‘deep state’.

 

Verdenken zonder bewijs

Het idee van hybride dreigingen van buitenaf miskent bijvoorbeeld dat radicaal-rechts net zo goed het hof maakt met het Kremlin als andersom (Eski, 2024). De binnenlandse dynamiek wordt weliswaar gevoed door krachten uit het buitenland; Russische trollenlegers mikken op steun aan radicaalrechts. Een voorbeeld is de Internet Research Agency, een bedrijf dat opereerde vanuit Sint Petersburg en dat onder valse aliassen grote ladingen sociale mediaberichten repostte die anti-progressief, anti-EU of antidemocratisch waren.[10] Er gebeurt dus wel degelijk iets, maar die beïnvloeding kan alleen op de samenleving aangrijpen op het moment dat er ontvankelijkheid voor is. Betekenisvoller voor radicaal-rechts is misschien niet eens de heimelijke tactiek maar simpelweg de tentoongestelde bravoure van autocraten. Zij signaleren met hun expliciete en steeds brutalere acties: ‘Wij laten ons niet wegstoppen, jullie kunnen de liberale democratie ook vervangen.’

 

Waar de toxische dynamiek juist openlijk en intrinsiek maatschappelijk is, wordt de gerichte jacht op hybride dreigingselementen in de samenleving een fool’s game. Het is bijna alsof men op bestuurlijk niveau liever in de ban van onzichtbare hybride krachten wíl zijn, dan het drama van democratische onttakeling onder ogen te moeten zien. Er schuilt zo een venijnig terugslageffect in het idee van hybride dreiging als verdachtmaking van subversieve elementen. Juist de sfeer van een heksenjacht ondermijnt de democratische rechtsstaat. Soms gaat het daadwerkelijk die kant op. Denk aan de paniek die in de Tweede Kamer ontstond toen bekend werd dat het nieuwskanaal Voice of Europe, gevestigd in Nederland en Tsjechië, onderdeel uitmaakt van een Europees netwerk dat onder Russische invloed zou staan. Nederlandse politici zouden daarvan mogelijk betalingen ontvangen. Het gevolg was dat er zonder concrete bewijzen Tweede Kamerleden aan de haal gingen met het angstbeeld dat allerlei politici aan de leiband lopen van Poetin.[11]

 

Het is bijna alsof men liever in de ban van onzichtbare hybride krachten wil zijn, dan het drama van democratische onttakeling onder ogen te moeten zien

 

Als de fixatie op hybride dreigingen op die manier naar binnenslaat, en we gaan verdenken zonder duidelijk bewijs, zijn we niet veel beter dan welke dictatuur ook.[12] In de woorden van Nietzsche: “[h]ij die met monsters vecht moet er op toezien dat hijzelf geen monster zal worden.”[13][14] Waak ervoor de hybride dreiging te worden die je wilde bestrijden.[15] We moeten er zelfs rekening mee houden dat dat de paranoia die we zelf versterken een bewust doel is van desinformatiecampagnes.

 

Vage taal leidt tot vage keuzes

Ons laatste kritiekpunt reflecteert op waartoe hybride dreigingen uitnodigen als het gaat om onze reactie tegen onze vijanden. Hybride dreigingen worden gezien als intrinsiek slecht te verbinden met een vijand of vijandige acties. Dit heeft te maken met de bewuste tactiek om onder de radar te blijven of om een positie van plausible deniability te kunnen volhouden. Dit aspect klopt. Zeker als we kijken naar bijvoorbeeld de inzet van ‘groene mannetjes’ destijds in de op de Krim of naar de manier van werken met state-sponsored hackerscollectieven.

 

Tegelijk is er een tendens dat acties tegen het Westen steeds openlijker en agressiever worden, in plaats van heimelijker en hybride. Zeer recent kwam bijvoorbeeld nog naar buiten via The Wallstreet Journal dat Rusland via DHL-depots pakketjes tot ontploffing wilde brengen. Ook de liquidatie van persons of interest, treinsabotage tijdens de Olympische Spelen en de plaatsing van grafkisten onder de Eiffeltoren, getuigen van weinig subtiliteit en toenemend geweld. Inmiddels kunnen we dan in plaats van hybride conflictvoering beter spreken van terroristische acties op onze bodem, voorondersteld dat het Kremlin en zijn militaire inlichtingendienst GROE hier inderdaad achter zitten Dit is een belangrijk gegeven omdat de categorie van hybride dreigingen van etherisch dreigt over te gaan op zeer concrete criminele of terroristische acties, of mogelijk zelfs oorlogsdaden.

 

Tegen deze geschetste ontwikkelingen is het extra problematisch op het moment dat we met hybride dreigingen dubbele bodems suggereren die er helemaal niet meer zijn. Opnieuw geldt – what’s in a name? Bij een hybride dreiging hebben we geen duidelijke vijand en is er eindeloze ruimte om te filosoferen over een weerbare samenleving. Bij een oorlogsdaad betreden we een heel ander semantisch, politiek en zelfs juridisch discours. We betreden een terrein waarbij wij grote terughoudendheid zullen betrachten. Omdat we weten dat dit soort expliciteringen ons misschien wel de Derde Wereldoorlog in leiden.

 

Maar de andere koers – het vasthouden aan het betitelen van openlijk geweld als onduidelijke hybride dreiging – is ook onaantrekkelijk. Spoedig zal de term dan niets anders zijn dan een schaamlap ter bedekking van onze ‘handelingsverlegenheid’, zoals dat zo treffend heet in de veiligheidssector. Voor zolang er al is gediscussieerd over hybride dreigingen, en voor zoveel kaders er al zijn, is er nog verdacht weinig visie op situaties waarin we zullen worden gedwongen daadwerkelijk terug te slaan. Alle focus ligt op de interne weerbaarheid. Buiten de eerste twee genoemde bezwaren die dat oplevert, zal dat een zwaktebod blijken, en een toonbeeld van situationele onderschatting, op het moment dat we werkelijk te maken krijgen met hybride daden die niet anders meer uit te leggen zijn dan als oorlogsdaden.

Behoefte aan duidelijkheid

De nodige assertiviteit tegen het Kremlin, en tegen alle mogendheden die ons op de mat trekken, vraagt niet om suggestieve visioenen en noodpaketten maar om krachtig leiderschap. Dat moet de dreiging waar mogelijk ontzenuwen, maar ook reële aanvallen op onze democratie benoemen, en de ideeën voor een tegenstrategie uiteenzetten. Burgers en ondernemers verwachten deze richting en duidelijkheid van overheden. In plaats van allerlei vage exposé’s en uitnodigingen om bewuster te zijn van ‘nieuwe risico’s’, is er behoefte aan duidelijkheid. Bijvoorbeeld over welke sabotages en hacks er plaatsvinden en hoe daarop te reageren. Uit onderzoek naar bewustzijn over statelijke dreiging in de Nederlandse haven- en kennissectoren spreekt de wens dat de overheid meer verantwoordelijkheid zou moeten nemen voor informatieverstrekking.[16] Daarbij wordt specifiek gesproken over de inlichtingendiensten die als ‘een sterkere, meer richtinggevende overheid […] alsook een mediërende overheid’[17] nodig zijn.

 

In plaats van allerlei vage exposé’s en uitnodigingen om bewuster te zijn van ‘nieuwe risico’s’, is er behoefte aan duidelijkheid

 

Naast de wens om meer concreetheid en richting voor de samenleving zelf, blijft het een heet hangijzer hoe we het autocratisch geweld op onze bodem in de toekomst gaan beantwoorden, en niet slechts incasseren. Dit zal een lastig dossier blijken omdat rechtsstaten gebonden zijn aan mensenrechten en defensieve militaire doctrines.[18] Maar alleen het antwoord van een ‘weerbare samenleving’ zal niet volstaan. We mogen niet vergeten dat het Russische regime ons tot ‘existentiële dreiging’ heeft verklaard. Dat is nogal wat, en daaruit spreken geen kleinschalige intenties en stiekeme speldenprikjes. In het geval waarin de openlijke agressie tegen de ‘vrije wereld’ verder wordt opgeschroefd mogen we verwachten dat er zal worden nagedacht over proactieve handelingen en het creëren van meer wettelijke en bestuurlijke speelruimte voor ‘active measures’. Niet geheel zonder ironie, zal ook ons offensieve spel in de ogen van de tegenstander op een hybride manier gespeeld worden. Tot op het punt dat geen van de partijen nog kan ontkennen dat het effectief oorlog is geworden. Laten we dan hopen dat het een koude oorlog blijft.[19]

 

[1] NCTV (2024) Trendanalyse Nationale Veiligheid 2024. Van: https://www.nctv.nl/binaries/nctv/documenten/rapporten/2024/06/25/hoofdrapport-trendanalyse-nationale-veiligheid-2024/Hoofdrapport+Trendanalyse+Nationale+Veiligheid+2024.pdf.

[2] Galeotti, M. (2022). The weaponisation of everything: A field guide to the new way of war. Yale University Press.

[3] Beck, U. (2016). Risikogesellschaft: Auf dem Weg in eine andere Moderne. Suhrkamp Verlag.

[4] Gallie, W. B. (1955) Essentially contested concepts. In Proceedings of the Aristotelian society 56: 167-198.

[5] Eski, Y. (2016). Policing, port security and crime control: An ethnography of the port securityscape. Londen: Routledge, p. 43).

[6] NOS (16 november 2022) Nog veel vragen rond raketinslag in Polen, wat weten we nu? Van: https://nos.nl/artikel/2452679-nog-veel-vragen-rond-raketinslag-in-polen-wat-weten-we-nu.

[7] Wintour, P. (16 november 2022). Poland missile unlikely to have been fired from Russia, Biden says. The Guardian. https://www.theguardian.com/us-news/2022/nov/16/poland-missile-unlikely-to-have-been-fired-from-russia-biden-says.

[8] Katsiaryna Lozka, Regionalism and the Politics of Identity in Russia, International Studies Review, Volume 24, Issue 1, March 2022, viac002, https://doi.org/10.1093/isr/viac002

[9] NOS. (14 november 2023). BabyTV opnieuw gehackt, allerkleinsten kijken kwartier naar Russische propaganda. https://nos.nl/artikel/2517151-babytv-opnieuw-gehackt-allerkleinsten-kijken-kwartier-naar-russische-propaganda

[10] Kist, R., & Wassens, R. (2018, July 15). Zo werkt een trol in een Russische propagandafabriek. NRC. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/07/15/zo-werkt-een-trol-in-een-russische-propagandafabriek-a1610165.

[11] Eski, Y. (2024) Als we blijven wantrouwen en verdenken, voeden we Poetin zijn macht. Van: https://www.nrc.nl/nieuws/2024/04/07/als-we-blijven-wantrouwen-en-verdenken-voeden-we-poetin-zijn-macht-a4195325.

[12] Sta, U.Z. (11 november 2022). Putin se je na invazijo pripravljal že leta, Zahod pa je to vedel. 24ur. https://www.24ur.com/novice/slovenija/putin-se-je-na-invazijo-pripravljal-ze-leta-zahod-pa-je-to-vedel.html

[13] Vertaald uit het Duits: “Wer mit Ungeheuern kämpft, mag zusehn, dass er nicht dabei zum Ungeheuer wird.”

[14] Nietzsche, F. (2022) Jenseits von Gut und Böse. Vollständige Neuausgabe. Vorspiel einer Philosophie der Zukunft. Göttingen: LIWI Verlag, p. 71.

[15] Eski, Y. (2024) Als we blijven wantrouwen en verdenken, voeden we Poetin zijn macht. Van: https://www.nrc.nl/nieuws/2024/04/07/als-we-blijven-wantrouwen-en-verdenken-voeden-we-poetin-zijn-macht-a4195325.

[16] Eski, Y., Boelens, M., & Kok, B. (2024) Tussen uitschakeling & inschakeling. Een verkennende studie naar bewustzijn over statelijke dreiging tegen de Nederlandse haven- en kennissectoren. Den Haag: WODC. Van: https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3268.

[17] Id. p. 103.

[18] Bakker, G.E., & Sweijs, T. (2023). Campagnes tegen hybride dreigingen, een handleiding. The Hague Centre for Strategic Studies. https://hcss.nl/news/nieuwe-notitie-campagnes-tegen-hybride-dreigingen-een-handleiding/

[19]

Gerben Bakker is strategisch analist bij HCSS op thema’s van maatschappelijke stabiliteit en nationale veiligheid

Yarin Eski is universitair hoofddocent Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam en co-director van het Resilience, Security and Civil Unrest (ReSCU) R&I Lab