In februari rolde Defensie een aantal innovatieve initiatieven uit. Zo werd de KIEM financieringsregeling gelanceerd voor toegepast defensieonderzoek, evenals het Actieplan productiezekerheid onbemenste systemen. Op LinkedIn ontstond een discussie over een Nederlands drone bataljon. Dit is de denkrichting die in eerdere Defensienota’s ontbrak, maar hard nodig is om de Nederlandse krijgsmacht voor te bereiden op de oorlog van de toekomst.
Nu onder druk van Donald Trump de discussie omtrent het verhogen van de Nederlandse defensie-investeringen opnieuw is opgelaaid is het raadzaam nog eens te kijken naar de keuzes die zijn gemaakt bij de vorige verruiming van het defensiebudget. Hierin heeft Defensie namelijk weinig strategisch voorstellingsvermogen laten zien: de vrijgekomen miljarden zijn voornamelijk geïnvesteerd in het opbouwen van de krijgsmacht voor een gevecht zoals deze werd verwacht tijdens de Koude Oorlog. Een herijking richting een wendbare, innovatieve en adaptieve krijgsmacht is gewenst. In meer formele zin moet er een militaire strategie komen waarbij ends, ways and meansexpliciet en overtuigend aan elkaar worden verbonden.
‘Geen leercurve’
Het kerndocument waar we naar moeten kijken is de Defensienota 2024: Sterk, slim en samen. In oktober toetsten Isabelle Duijvensteijn (Universiteit Leiden), Niels van Willigen (Universiteit Leiden) en Wolfgang Wagner (Vrije Universiteit) het document. Net als in 2022 werden de geformuleerde doelen en middelen in de nota als onvoldoende beoordeeld. Voor de leek: dit is erg basaal militaire strategie 101. Professor Duijvesteijn noemde de 2022 nota destijds “problematisch” en ontwaarde geen “leercurve.” Een Kamermotie werd aangenomen waarin Defensie werd opgedragen “lering te trekken uit de wetenschapstoets.” Dit is dus opnieuw niet gebeurd.
Met het besluit van Kabinet Schoof voor meer van hetzelfde – vliegtuigen, schepen en zwaar materieel – is de operationele inzet die mogelijk is, grotendeels beperkt tot een traditionele oorlog met Rusland. Geen lucht- en zeedrones met (deels) kunstmatige intelligentie als attritable force multipliers maar meer relatief weinig dure wapensystemen; de zogeheten legacy platforms. Er wordt bijvoorbeeld een nieuw tank bataljon opgericht maar geen first person view drone bataljon. Quadcopters zouden kunnen samenwerken met bijvoorbeeld RCH 155 mobiele houwitsers die minder kwetsbaar zijn achter het front. Waarom zijn deze alternatieve opties niet verkend (of beargumenteerd afgewezen)?
Verder is de wereld van nu erg met elkaar verbonden: digitaal, met goedkoop vliegverkeer en met maritieme handelsstromen. Waarom zou je de sterke buitenschil symmetrisch aanvallen als je een land tot politieke concessies kan dwingen met het onbruikbaar maken van glasvezelkabels en zendmasten (hybride oorlogsvoering)? Je zou ook aan het nieuwe oorlogsdomein kunnen denken: de ruimte. Kan onze economie functioneren zonder GPS satellieten? De razendsnelle ontwikkelingen op hoogtechnologisch gebied – veelal met duale toepassing op militair vlak – worden in de nota aangestipt maar onvoldoende meegenomen in een Nederlands antwoord. Waarom wordt er bijvoorbeeld niet nagedacht over een Europese Space Force met Nederland, Groot-Brittannië en Noorwegen in de voorhoede? De Europese ISR (intelligence, surveillance, and reconnaisance) capaciteit vereist forse investeringen.
Meer van hetzelfde
De beslissing voor meer van hetzelfde lijkt ook te zijn ingegeven door de Amerikaanse focus op China, een land dat tien keer wordt genoemd in de drie bladzijden in de nota over het dreigingsbeeld. Dat China ons voor grote uitdagingen stelt op het gebied van economie en handel, spionage en systematische grootschalige diefstal is helder. Verdubbel vooral de AIVD begroting. Echter de suggestie dat wij enige impact kunnen hebben met één schip aan de andere kant van de wereld, zoals de Zr.Ms. Tromp in 2024, getuigt echter van een gebrek aan realiteitszin – en prioritering: de kern van elke militaire strategie. Recentelijk vochten alleen Amerikaanse en Britse schepen tegen de Jemenitische Houthis om de doorvaart voor handel en energie open te houden. Het omvaren rond Afrika kost het Westen nog steeds miljarden. Wij als handelskampioen zouden daar in een gevechtsrol bij betrokken moeten kunnen zijn.
Je ontwikkelt je militaire strategie ook altijd ten aanzien van je verwachte tegenstander. Hoewel het niet duidelijk is welke vorm het aanneemt, is het duidelijk dat radicale Islam en terrorisme nog niet met Europa klaar zijn, getuige ook het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van afgelopen december: de “voorstelbare terroristische dreiging [blijft] onverminderd hoog.” Naast Islamisme komt er dreiging van extreemrechts: beide kanten voeden elkaar, creëren maatschappelijke angst en proberen medestanders te mobiliseren teneinde uiteindelijk het bestaande politieke systeem omver te werpen. Groot-Brittannië heeft sinds 2017 43 laat-stadium massa-aanslagen verijdeld zoals de bomaanslag op kinderen bij Manchester Arena in mei 2017: 43 triggers voor grootschalige maatschappelijke ontwrichting. Denk aan de gewelddadige rellen afgelopen zomer in Groot-Brittannië na een aanslag in Southport. Heeft Nederland het aantal mensen in uniform die nodig kunnen zijn om de orde te kunnen handhaven in een dergelijk geval?
Israëlisch dienstplichtmodel
Defensie is ook niet gericht of toegerust op een grootschalig conflict gevoerd met laagwaardige middelen. Dit terwijl veruit de meeste oorlogen intern zijn: conflicten tussen sektarische groepen binnen een land. Denk aan de burgeroorlog in Libanon van 1975-1990. Met verstedelijking en grote bevolkingsgroei zullen oorlogen in toenemende mate gaan over het veroveren van steden. De haast totale vernietiging van Mosoel (Irak in 2016-2017), Marioepol (Oekraïne in 2022) en Gaza (Palestijnse gebieden sinds 2023) is hartverscheurend en kan ook in Europa gebeuren. Wellicht is het in Nederland onbesproken omdat het gaat om het vreselijkst mogelijke scenario. Colombia en de Filipijnen hebben decennia met insurgents te maken gehad. In 2017 vocht het Filipijnse leger vijf maanden om de stad Marawi terug te veroveren. Waarom heeft Defensie geen Urban Warfare Center en een oefenstad? De nota rept er met geen woord over.
Mijn bijdrage in dit debat zou zijn om na te denken over een Israëlisch dienstplichtmodel waarbij honderdduizenden daarna reservist blijven: cruciaal voor een stadsoorlog. Daarnaast worden daar de slimste dienstplichtigen opgeleid met de complexe wapensystemen, IT- en (contra)inlichtingen skills die bij de oorlog van de toekomst passen. Het gaat om technologie en aantallen – mass – waarbij mens en machine geïntegreerd en deels met autonome precisiewapens zal moeten kunnen opereren.
Friso Stevens is jurist en gepromoveerd politicoloog. Hij is als NonresidentSenior Fellow verbonden aan The Hague Centre for Strategic Studies. Zijn onderzoek richt zich op militaire strategie, technologische innovatie en de toekomst van oorlogsvoering.
Foto: Wikimedia Commons