ATLANTISCH PERSPECTIEF

De Eeuw van Trump

Is de trans-Atlantische relatie opgewassen tegen een nieuwe tijd?

De oude trans-Atlantische betrekkingen schudden door het tweede presidentschap van Donald Trump op hun grondvesten. Trump’s ferme keuze voor America First, zowel in de geopolitieke als de economische relaties van de Verenigde Staten, is een breuk met de liberale wereldorde gebaseerd op multilaterale samenwerking, democratische waarden en vrij handelsverkeer. Jaap Verheul analyseert de diepere, structurele krachten achter Trump’s tweede presidentschap.

Sinds de tweede inauguratie van Donald Trump hebben geopolitieke en economische relaties een meer unilaterale en transactionele wending genomen. Dat ondermijnt traditionele bondgenootschappen. Bovendien wordt Trump’s beleid gekenmerkt door abrupte decreten, onvoorspelbare communicatie via sociale media, en het populisme dat we kennen van autocratische leiders. Zijn doel lijkt te zijn beleidsmakers, media en denktanks over de hele wereld te overweldigen met een stortvloed aan radicale beslissingen en provocerende voorstellen. Het is een strategie van chaos door afleiding, waarbij de politieke tegenspelers continu worden geconfronteerd met nieuwe verrassingen en crises.

Daarom is het goed de waan van de dag af en toe te verlaten om de diepere, structurele krachten te analyseren die dit presidentschap mogelijk maken. We leven in de Eeuw van Trump. Dit fenomeen reikt verder dan het presidentschap van Trump en is een uiting van een fundamentele transformatie van het Amerikaanse politieke en culturele landschap. Het Trumpisme, zoals deze beweging genoemd kan worden, is geen tijdelijk verschijnsel dat we weg kunnen wensen, maar een uiting van lange-termijnontwikkelingen die de koers van de binnenlandse en buitenlandse politiek ingrijpend heeft gewijzigd.

 

De Eeuw van Jackson

Ik ontleen dit begrip aan het invloedrijke boek The Age of Jackson (1945) dat Arthur Schlesinger tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef.[1] President Andrew Jackson is het rolmodel van Trump, die zijn portret prominent in het Oval Office liet ophangen en zijn geboortehuis als een pelgrim bezocht. De parallellen tussen beide presidenten zijn treffend. De verkiezing van Jackson in 1828—een outsider die vooral bekendstond als generaal en houwdegen—markeerde een breuk met de beschaafde politieke cultuur van de federale elite. Door zijn autoritaire leiderschapsstijl, expansieve gebruik van presidentiële macht en herhaalde confrontaties met zowel het Congres als de rechterlijke macht werd hij spottend koning Andrew I genoemd. Berucht was de gedwongen verdrijving van inheemse stammen naar het gebied ten westen van de Mississippi tijdens de dodelijke Trail of Tears (1838-39).

Jacksons buitenlandse beleid werd gekenmerkt door economisch nationalisme en de invoering van torenhoge invoertarieven. We noemen dit realistisch isolationisme tegenwoordig “Jacksonian.” Die impuls staat lijnrecht tegenover het idealistische interventionisme waarmee Woodrow Wilson de grondslag zou leggen voor de liberale wereldorde van na de Tweede Wereldoorlog.

De Eeuw van Jackson zette de Verenigde Staten in beweging, maar riep ook tegenkrachten op. Dit roept de vraag wat de lange lijnen van de Eeuw van Trump zijn. Wat zijn de gevolgen voor de toekomst van de Amerikaanse democratie en voor de trans-Atlantische verhoudingen met Nederland en Europa? Om hierop een antwoord te formuleren, is het cruciaal om de diepgewortelde binnenlandse dynamiek van het Trumpisme te begrijpen—en hoe deze de Amerikaanse buitenlandse politiek blijft sturen.

 

Afrekenen met de jaren zestig

In de binnenlandse politiek wordt het Trumpisme gedragen door een breed verzet tegen de culturele modernisering die vanaf de jaren zestig op gang kwam. Het is daarmee een reactionaire beweging die afrekent met de belangrijkste verworvenheden van dat decennium. Een eerste doelwit van deze tegenbeweging is identity politics. Op 2 juli 1964 ondertekende president Lyndon B. Johnson de Civil Rights Act, een mijlpaal voor de burgerrechtenbeweging. Johnson voorzag echter de politieke gevolgen. “We’ve lost the South for a generation,” voorspelde hij. Het Zuiden keerde zich massaal tegen de Democratische Partij, waardoor een nieuw politiek krachtenveld ontstond. De wet betekende niet alleen het einde van de burgerrechtenbeweging in haar oorspronkelijke vorm, maar luidde ook de opkomst in van op identiteit gebaseerd separatisme dat zich uitte in het streven naar Black Power, Brown Power en Red Power. Daarnaast versterkte het de tweede golf van het feminisme, met slogans als “The personal is political” en strijdpunten zoals het recht op abortus (Roe v. Wade) en LGBTQ+-rechten. De focus op individualisering en zelfbeschikking leidde bovendien tot een verregaande secularisering, waardoor de rol van religie in het openbare leven afnam.

Een tweede mikpunt is het geloof in een positieve rol van de federale overheid. Johnsons Great Society-programma overtroefde de New Deal in sociale hervormingen die waren gericht op armoedebestrijding en welzijnsbevordering. Dit tijdperk bracht ook een toenemende aandacht voor milieubescherming, wat onder meer resulteerde in de oprichting van de Environmental Protection Agency (EPA) in 1970 en de eerste federale klimaatmaatregelen. Deze ontwikkelingen waren geworteld in de overtuiging dat de overheid een instrument van sociale vooruitgang kon zijn, met solidariteit en een bescheiden verzorgingsstaat als uitgangspunten.

Een derde grote transformatie waartegen de aanhangers van Trump zich keren, was de globalisering, die in de jaren zestig werd versneld door een liberalisering van de immigratiewetgeving. In 1965 ondertekende Johnson de Immigration and Nationality Act, waarmee de quota die immigratie uit niet-Europese landen beperkten, werden opgeheven. Dit opende de deur voor grotere migratiestromen uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Tegelijkertijd werd de wereldeconomie steeds verder geïntegreerd, met een groeiende vrije circulatie van goederen, personen, kapitaal en ideeën. Dit leidde tot de opkomst van vrijhandel, mondiaal kapitalisme en multiculturele hybriditeit.

Zoals de nostalgische leuze Make America Great Again (MAGA) al aangeeft, is het Trumpisme een reactionaire tegenbeweging die voortkomt uit decennialange onvrede over de modernisering van de Amerikaanse samenleving. Het vormt een directe afrekening met de sociaal-culturele transformaties van de afgelopen decennia en markeert een nieuwe fase in de Amerikaanse politiek. Het uit zich in een herwaardering van ethno-nationalisme en een expliciet verzet tegen zogenaamd “woke”-beleid, diversiteit en inclusie. Klimaatmaatregelen worden teruggedraaid, de rol van de federale overheid wordt ingeperkt en de scheiding tussen kerk en staat wordt steeds poreuzer. Belangrijker nog: de Amerikaanse democratie staat onder druk door het politiseren van rechterlijke macht en het ministerie van justitie, maar ook door de politisering van de sociale media, het belangrijkste forum voor democratische meningsvorming, en door de stormloop op de federale overheid. De erfenis van de jaren zestig, ooit een symbool van progressie en maatschappelijke transformatie, wordt in hoog tempo ontmanteld.

 

Binnenlandse revolutie

Deze maatschappelijke tegenbeweging vond al eerder weerklank in de politiek van Barry Goldwater, Richard Nixon, Pat Buchanan en Ronald Reagan. Ook beide presidenten Bush gaven uiting aan sociaal conservatisme. Betekent dit dat er niets nieuws is onder de zon? Integendeel. Onder Donald Trump zijn deze krachten samengebracht in een populistische beweging die expliciet wil breken met het Amerikaanse politieke systeem en in de praktijk ook met de Republikeinse Partij.

Wat het Trumpisme onderscheidt, is de extreme personalisering van de macht, het omarmen van complottheorieën en desinformatie, het aanwakkeren van polarisatie—ook op internationaal niveau—en vooral het afbreken van de Amerikaanse democratische cultuur. Dit gaat verder dan traditioneel conservatisme; het is een fundamentele verschuiving in de politieke dynamiek.

Deze binnenlandse revolutie heeft ingrijpende gevolgen voor de internationale positie van de Verenigde Staten. Europa verliest hiermee een belangrijke bondgenoot in de strijd voor democratische waarden, mensenrechten, diversiteit en individuele vrijheid—maar ook op het gebied van klimaatbeleid. Dit heeft schadelijke gevolgen. Hoewel de Verenigde Staten is niet langer de onbetwiste City upon a Hill, maar blijft een invloedrijk model. In de jaren zestig droeg zij bij aan wereldwijde emancipatie en democratisering, met de Civil Rights Movement als sprekend voorbeeld. Meer recentelijk resoneerde de Black Lives Matter-beweging in Europa. Ook het milieubewustzijn begon in de Verenigde Staten.

Omgekeerd kunnen de Verenigde Staten ook een inspiratiebron vormen voor populistische bewegingen in Europa. De invloed van Amerikaanse soft power manifesteert zich niet alleen via populaire cultuur, maar ook via de fijnmazige netwerken van sociale media, die in toenemende mate als politieke instrumenten worden ingezet. Dit kan de eenheid binnen de Europese Unie ondermijnen, zeker nu Trump in Europa veel aanhangers heeft gekregen.[2]

 

Afrekenen met de liberale wereldorde

In de buitenlandse politiek wordt het Trumpisme gekenmerkt door verzet tegen de principes en instituties van de liberale wereldorde—een systeem dat werd opgebouwd tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Het is belangrijk te erkennen hoe relatief kort deze wereldorde heeft gedomineerd, namelijk tussen Pearl Harbor (7 december 1941) en de val van de Sovjet-Unie (8 december 1991). De American Century duurde in feite maar een halve eeuw.

Tot aan Pearl Harbor maakte een meerderheid van de Amerikaanse kiezers het president Franklin Delano Roosevelt onmogelijk zich openlijk aan de zijde van de geallieerden te scharen. Neutraliteitswetten beperkten zijn bewegingsruimte, en de isolationistische America First-beweging, opgericht in september 1940, groeide in korte tijd uit tot een massale organisatie met 800.000 leden. De meest prominente woordvoerder was Charles Lindbergh, de beroemde vliegenier en nationale held. De internationale gezindheid van Roosevelt werd dus beperkt door de binnenlandse verhoudingen. Pas na de aanval op Pearl Harbor kon hij de Verenigde Staten actief in de oorlog betrekken en zijn plannen voor een liberale wereldorde uitrollen.

Deze liberale wereldorde was een door de Verenigde Staten geleide internationale rechtsorde, gebaseerd op vrijheid, democratie, de rechtsstaat en vrijheid van meningsuiting. Tegelijkertijd rustte het op vertrouwen in modernisering, economische vooruitgang en regulering. Het is daarom wel een New Deal for the World genoemd.[3] Na de oorlog werd dit systeem verder versterkt tijdens de Koude Oorlog, met de oprichting van instellingen zoals Bretton Woods, de Verenigde Naties en de NAVO.

Toch begon deze wereldorde al na de val van de Sovjet-Unie te wankelen. De zoektocht naar een nieuwe richting in de buitenlandse politiek resulteerde in concepten zoals het peace dividend, het unipolar moment, convergentie en de Asia Pivot, maar geen van deze strategieën bleek blijvend. De wereld evolueerde langzaam richting een post-Amerikaanse orde.[4] Dit leidde, in de woorden van Richard Haass, de voorzitter van de Council on Foreign Relations, tot “A World Order in Disarray” (2018).[5]

Onder president Joe Biden en zijn energieke buitenlandteam van Antony Blinken kende de liberale wereldorde een tijdelijke opleving. Biden verzekerde de wereld: “America is back, ready to lead the world, not retreat from it.” Maar nu lijkt ook deze consensus haar einde te naderen. Dit onderstreept het belang van het nieuwe krachtenveld binnen de Eeuw van Trump. Dit proces van terugtrekking is al ruim een kwart eeuw geleden in gang gezet. Onder Trump is het een principe geworden.

 

De tegenstrijdigheden van een nieuwe eeuw

We leven in de Eeuw van Trump en moeten daaraan gaan wennen. In de buitenlandse politiek maken de instituties en principes van de liberale wereldorde plaats voor een pragmatische en transactionele benadering. Trump beëindigt met grootse gebaren het lidmaatschap van multilaterale organisaties zoals de WHO en trekt zich terug uit internationale verdragen zoals het Klimaatakkoord van Parijs. Hij maakt de steun voor de NAVO afhankelijk van lastenverdeling en sluit bilaterale deals over handel en deregulering. Collectieve veiligheid wordt daarmee een ruilmiddel.

De buitenlandse politiek van Trump leek aanvankelijk het voorbeeld van Andrew Jackson te volgen. Maar dit realistisch isolationisme lijkt in zijn tweede termijn te evalueren naar het imperialisme en de kanoneerbootpolitiek van het einde van de negentiende eeuw. Het is opvallend dat Trump in zijn inaugurele rede waardering uitsprak voor William McKinley en diens vicepresident en opvolger Theodore Roosevelt. Onder McKinley (1897-1901) groeiden de Verenigde Staten uit tot een wereldmacht: de Spaans-Amerikaanse Oorlog van 1898 leverde de VS een omvangrijk overzees territorium op, van Cuba en Puerto Rico tot Hawaii en de Filippijnen. Theodore Roosevelt verwierf het Panamakanaal om dit informele wereldrijk te verbinden. Trump lijkt door deze voorbeelden geïnspireerd in zijn abrupte aanspraken op Groenland, Canada, het Panama Kanaal en de Gaza strook.

De transactionele buitenlandse politiek van Trump draait om de verbinding tussen Amerikaanse macht, economische welvaart en handelsbelangen. We zien hierin de negentiende-eeuwse concepten als Manifest destiny, de Frontier, en mercantilisme allemaal terug. Economisch gezien keert Trump zich tegen de krachten van globalisering: hij wil de Amerikaanse economie autarkischer maken door de industriële productie terug te brengen naar Amerikaanse bodem en invoerheffingen in te voeren. Indien hij deze koers daadwerkelijk doorzet—wat nog moet blijken—zullen de mondiale handelsstromen ernstig worden verstoord.

De reactionaire agenda bevat echter ook interne tegenstrijdigheden. De economische belangen van grote technologiebedrijven botsen vaak met de isolationistische en protectionistische retoriek van het Trumpisme. Bedrijven zoals Tesla, onder leiding van Trump’s bondgenoot Elon Musk, zijn sterk afhankelijk van internationale markten, mondiale productieketens en de immigratie van hoogopgeleide werknemers. Dit spanningsveld kan leiden tot beleidsmatige inconsistenties. Bovendien blijft de vraag of Trump-kiezers daadwerkelijk krijgen wat zij hopen: goedkopere benzine en levensmiddelen. Om dit te realiseren zou juist meer overheidsregulering nodig zijn, wat haaks staat op de deregulering die Trump nastreeft. Hoewel economisch gewin de binnenlandse en buitenlandse agenda verbindt, is er een duidelijke tegenstelling tussen Musk en MAGA.

 

De betekenis van democratie

Ook dit roept parallellen op met de Age of Jackson. In zijn boek verklaarde de progressieve historicus Arthur Schlesinger de politieke omwenteling onder Andrew Jackson uit de snelle economische groei van de Verenigde Staten, die een fundamentele ideologische strijd ontketende over de rol van de federale overheid in het opkomende industriële kapitalisme. In deze periode werd de Amerikaanse republiek opnieuw gedefinieerd—niet langer als een oligarchie van landeigenaren, maar als een democratie met een bredere volksbasis.

Jacksons populisme resulteerde in een uitbreiding van het stemrecht, de opkomst van georganiseerde politieke partijen, en een grotere betrokkenheid van burgers bij de staat. Ironisch genoeg legde deze “Jacksonian Democracy” daarmee ook de basis voor een progressieve tegenbeweging die uitmondde in de New Deal. De hervormingen onder Roosevelt in de jaren dertig bouwden voort op het democratische ideaal van Jackson, maar transformeerden het in een breed maatschappelijk draagvlak voor overheidsinterventie in economie en samenleving. De liberale wereldorde was hiervan de internationale vertaling.

Ook de Eeuw van Trump is gebaseerd op de razendsnelle transformatie van de Amerikaanse samenleving die tal van tegenstrijdigheden oplevert. Het is een culturele tegenbeweging die zich paradoxaal genoeg heeft verbonden met de economische krachten van globalisering, big tech, AI en de nieuwe media. De behoefte aan een gevoel van ‘thuisvoelen’ en identiteit wordt versterkt door de ingrijpende technologische en economische modernisering. Net als onder Andrew Jackson leidt deze dynamiek tot een fundamentele herijking van de principes van federalisme en republikanisme binnen het kader van de Amerikaanse grondwet. Uiteindelijk staat, net als toen, de betekenis van democratie opnieuw ter discussie.

 

Nieuwe, mondiale perspectieven

De Eeuw van Trump dwingt Nederland en Europa opnieuw na te denken over hun relatie met de Verenigde Staten. De trans-Atlantische betrekkingen worden steeds complexer en vragen om een meer zelfstandige Europese koers. Dit vereist niet alleen een heroverweging van de traditionele bondgenootschappen, maar ook een bredere blik op het westelijk halfrond. Binnen mijn vakgebied wordt al enige tijd gesproken over “decentering America”—een benadering waarbij de Amerikaanse invloed wordt geplaatst in een bredere hemisferische context.[6] Dit betekent dat we niet uitsluitend naar Washington kijken, maar ook naar Canada, Mexico en het Caribisch gebied als hubs voor de uitwisseling van ideeën, mensen en goederen. Deze regio’s spelen een steeds belangrijkere rol in trans-Atlantische samenwerking en bieden nieuwe aanknopingspunten voor diplomatie en handel.

Tegelijkertijd moeten we de trans-Atlantische verhoudingen in een mondiaal kader plaatsen. De opkomst van China als geopolitieke en economische grootmacht en de versterking van de BRICS-landen als alternatieve machtsblokken veranderen de internationale dynamiek. Dit betreft niet alleen geopolitieke concurrentie, maar ook de strijd om soft power. Culturele invloed verschuift: naast Hollywood winnen het Indiase Bollywood, K-pop en de Chinese invloed in Afrika terrein.[7] We leven in een wereld waarin regionale machten niet langer automatisch achter het Westen staan. De uitdaging voor Europa is hoe deze hemisferische en mondiale veranderingen diplomatiek kunnen worden vertaald.

Uit recent onderzoek van de European Council on Foreign Relations (ECFR) blijkt dat een aanzienlijk deel van de wereld de tweede termijn van Trump als een positieve ontwikkeling ziet.[8] Vooral in de BRICS-landen wordt zijn terugkeer met enthousiasme verwelkomd. Dit vormt een waarschuwing voor Europa: het vasthouden aan de liberale wereldorde van na de Koude Oorlog is niet langer houdbaar. De ECFR adviseert Europese leiders om zich aan te passen aan de veranderende geopolitieke realiteit en te erkennen dat de wereld steeds meer transactioneel functioneert. In plaats van te streven naar een wereldwijde liberale tegenbeweging tegen Trump, zou Europa zich moeten richten op zijn eigen sterke punten en strategisch omgaan met de wereld zoals die zich nu manifesteert.

Toch is er reden tot optimisme. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat Europa wereldwijd nog steeds wordt erkend als een belangrijke geopolitieke macht—ook door de Verenigde Staten. In landen als Brazilië, India en Zuid-Afrika wordt de EU als een mondiale speler beschouwd, op gelijke voet met de VS en China. Dit biedt kansen voor Europa om zich op eigen kracht te positioneren in een wereldorde die steeds minder door Amerikaanse hegemonie wordt bepaald. We leven in een tijdperk van fundamentele verandering. De Eeuw van Trump is geen voorbijgaande politieke fase, maar een structurele transformatie van zowel de Amerikaanse binnenlandse als buitenlandse politiek. Voor Nederland en Europa vormt dit een uitdaging, maar ook een kans om een zelfstandiger en veerkrachtiger geopolitieke speler te worden.

Hoewel de liberale wereldorde onder druk staat, biedt deze nieuwe realiteit Europa de mogelijkheid om zich in een nieuwe eeuw te ontwikkelen tot de erfgenaam en verdediger van haar kernwaarden. De komende jaren zullen cruciaal zijn voor de manier waarop Europa deze rol invult. De Eeuw van Trump dwingt ons om het strategisch debat aan te gaan over de Europese positie binnen een veranderende wereldorde, de relatie met de Verenigde Staten en het verstreken van de internationale invloed van Europa.

 

[1] Arthur M. Schlesinger, The Age of Jackson (New York: Little and Ives, 1945).

[2] Jana Puglierin, Varvelli, Arturo, en Pawel Zerka, ‘Transatlantic Twilight: European Public Opinion and the Long Shadow of Trump’, ECFR, 11 februari 2025, https://ecfr.eu/publication/transatlantic-twilight-european-public-opinion-and-the-long-shadow-of-trump/.

[3] Elizabeth Borgwardt, A New Deal for the World: America’s Vision for Human Rights (Cambridge, Mass.: Belknap Press of Harvard Univ. Press, 2005).

[4] Fareed Zakaria, The post-American world (New York: W.W. Norton, 2008).

[5] Richard Haass, A World in Disarray: American Foreign Policy and the Crisis of the Old Order (New York, NY: Penguin Books, 2018).

[6] Jessica C. E. Gienow-Hecht, red., Decentering America, Explorations in Culture and International History, v. 4 (New York: Berghahn Books, 2007).

[7] Ivan Krastev en Leonard Mark, ‘The Power Atlas: Culture’, ECFR, 23 november 2021, https://ecfr.eu/special/power-atlas/culture/.

[8] Garton Ash, Timothy, Ivan Krastev, en Leonard Mark, ‘Alone in a Trumpian World: The EU and Global Public Opinion after the US Elections’, ECFR, 14 januari 2025, https://ecfr.eu/publication/alone-in-a-trumpian-world-the-eu-and-global-public-opinion-after-the-us-elections/.

Jaap Verheul is emeritus hoogleraar trans-Atlantische betrekkingen aan de Radboud Universiteit Nijmegen.