COLUMN – DIEUWERTJE KUIJPERS

Geopolitiek is mensenwerk

Oorlog en conflict zijn tijdloos en universeel. Technologie daarentegen niet: de manier waarop deze wordt ingezet bepaalt oorlogvoering.

Om het verschil tussen oorlog en oorlogsvoering te illustreren, bedacht militair historicus Alex Roland een gedachte-experiment. Stel dat we Sun Tzu en Alexander de Grote weer tot leven zouden kunnen wekken, en bijvoorbeeld tijdens de interventie in Afghanistan hadden kunnen gebruiken om een handje te helpen. Alexander de Grote heeft gedurende zijn (vorig) leven nota bene nog gevochten in Afghanistan en Sun Tzu heeft ervaring met gelijksoortige berggebieden in China. Beiden zijn ware meesters in strategie en tactiek. Beiden beheersen de principes van oorlog, het enige wat zij niet zullen kennen is moderne technologie. Tanks, drones, raketten, gevechtsvliegtuigen, GPS, noem maar op. Een willekeurige sergeant zou deze hulpbronnen veel effectiever inzetten dan deze twee grote denkers. Sun Tzu en Alexander zouden ‘incompetent zijn op het moderne slagveld’, aldus Roland.

De onderliggende aanname in dit sympathieke gedachte-experiment is dat bepaalde principes hoe dan ook de tand des tijds zullen blijven weerstaan. Dat technologie iets is dat mensen ‘gebruiken’ en ‘inzetten’, waarmee een eenzijdige relatie wordt gesuggereerd.

Niets is minder waar. De technologie die vrijwel iedereen gebruikt – digitale middelen – heeft ook een effect op ons. Ons brein heeft namelijk de eigenschap om zich aan te passen aan de omgeving en bijbehorende stimuli. Zo hebben bijvoorbeeld spelers van strijkinstrumenten meer verbindingen tussen het brein en het gebied wat de vingers aanstuurt (die worden gebruikt om het muziekinstrument te bespelen). Taxichauffeurs hebben een grotere hippocampus dan andere mensen vanwege de gedetailleerde mentale kaarten in hun hoofd. Het gebruik van Google Maps om de weg te vinden neemt de navigatienoodzaak in de bovenkamer weg. Daardoor overwoekeren deze neurale paden langzaam bij mensen die voor elke afspraak even de telefoon checken om hun weg te vinden.

Wetenschappers zien met de komst van het commercieel internet ook veranderingen in ons brein optreden: bepaalde taken hebben we “geoutsourced”, en andere taken hebben we overtraind. Zo hebben de uren op Twitter (X), Facebook (Meta) en TikTok ons brein geleerd om de aandacht zo snel mogelijk te verschuiven van het een naar het ander. Resultaat: het wordt steeds lastiger om geconcentreerd te werken op een bepaalde (cognitieve) taak voor een langere periode.

De onderzoeken naar de neurologische verschillen tussen de ‘digital native’-generatie en de laatste generatie (waar ik zelf toe behoor) die nog een actieve herinnering heeft aan een internetloze wereld, zijn nog gaande. Langetermijneffecten meet je nu eenmaal niet in enkele jaren. Toch zijn de aanwijzingen er volop: de technologie verandert niet zozeer de aard van geopolitiek en conflict, maar het verandert ons. Er is dus sprake van een wederkerige relatie: technologie verandert hoe wij denken, wat weer een effect zal hebben op wij technologie toepassen, et cetera.

Wellicht is zicht op wat de technologie met ons doet, in plaats van wij met de technologie, een belangrijkere vraag voor de komende jaren. Politiek, en dus zeker ook geopolitiek, blijft tenslotte mensenwerk.

Dieuwertje Kuijpers (foto: Bianca Toeps)