Mats Liesker
Met nog een paar weken te gaan is de eindsprint naar de Amerikaanse verkiezingen nu echt begonnen. Eén ding is zeker: na 20 januari 2025 zal Joe Biden geen president meer zijn. De reden voor zijn vertrek is begrijpelijk, al dan niet zonder enige tragiek. Na het tv-debat in juni verdween zijn mandaat als sneeuw in de zon; niet per se het einde dat je iemand met ruim vijf decennia aan publieke diensttijd toewenst. Eerst als een van Amerika’s jongste senatoren ooit, later als Obama’s vicepresident en toen zelf vier jaar als leider van de vrije wereld. Met alle aandacht nu op zijn opvolger is het gepast om nog enkele woorden toe te wijden aan Joe Biden.
Biden doet mij veel denken aan oud-president Harry Truman (aldus een 22-jarige Nederlander). Beiden omarmden het beeld van de folksy, ordinary American in het anderzijds elitaire en exclusieve Washington. Elke keer dat Biden zijn Ierse idiomen in de strijd gooit met Republikeinen, Fox-verslaggevers en boze burgers zie ik gelijk Give ‘em Hell Harry voor me.
Daarnaast zie ik twee presidenten die idealen boven pragmatisme zetten, iets wat sinds de val van de Muur steeds zeldzamer is geworden. Bidens Democratische voorgangers (Clinton en Obama) waren constant op zoek naar compromissen en de middenweg; centrisme in het binnenland, realisme in het buitenland. Biden, ondanks zijn gematigde campagne, heeft als president veel progressiever geregeerd dan verwacht. De Inflation Reduction Act, bijvoorbeeld, was een enorme stap richting een groene economie en heeft duizenden Amerikanen met overheidsgeld weer aan het werk gekregen. Onder de streep waren dit de meest effectieve eerste twee jaar als president sinds LBJ. Biden lijkt daarmee meer op oudere Democratische leiders als Truman, FDR, en JFK (wellicht dat zijn leeftijd in die zin nog ergens goed voor was). Bidens les is dan ook dat regeren vanuit principes en idealen weer mogelijk, maar vooral zeer effectief is.
Biden en Truman hebben allebei onnavolgbare prestaties neergezet. Voor Truman waren dat de oprichting van de NAVO, het Marshallplan, de Berlijnse Luchtbrug, en nog veel meer. Biden heeft datzelfde bondgenootschap bij elkaar gehouden in zijn donkerste uren, deed historische investeringen in duurzaamheid en legde eindelijk de bescherming van het homohuwelijk vast in federale wetboeken. Toch zal aan beiden ook voor altijd een buitenlands conflict kleven. Voor Truman was dat Korea, voor Biden is dat Gaza.
Maar er is één aspect van Trumans presidentschap waarvan ik vermoed dat het ook waar zal zijn voor Biden: het heeft jaren geduurd voordat Trumans nalatenschap de waardering kreeg die het verdiende. Toen hij het ambt verliet was Truman een van de minst populaire presidenten ooit. Vandaag de dag wordt hij consistent aangehaald als een van Amerika’s grootste staatsmannen. Bidens populariteit is ook aanhoudend laag gebleven. Maar wanneer het stof is neergedaald en Amerika de tijd krijgt om te reflecteren, zal zij ook tot de conclusie komen dat Biden behoort tot één van haar beste zonen. In een van de meeste monumentale periodes sinds WOII heeft hij de gelederen gesloten tegen bedreigingen voor de liberale democratie, zowel uit binnen- als buitenland. Hij liet na vier jaar Trump zien dat een beter soort president niet alleen mogelijk is, maar ook noodzakelijk. Wat de toekomst ons brengt zullen we vanzelf meemaken, maar de laatste vier jaar waren een lichtpuntje in Amerikaans leiderschap. Thanks, Joe, you’re dismissed.

Mats Liesker is bestuurslid bij de Jonge Atlantici.